Quantcast
Channel: MudSweatTrails - Nieuws
Viewing all 431 articles
Browse latest View live

High Trail Vanoise – EK Skyrunning

$
0
0

Ragna Debats presteert tijdens de High Trail Vanoise het onmogelijke... Ze pakt namelijk met haar tweede plaats in de race, op 6 minuten van de Amerikaanse winnares Megan Kimmel, de Europese titel Skyrunning!!!

Een ongelooflijke prestatie van de in Spanje woonachtige Nederlandse. Een vlaklander wordt Europees Kampioen Skyrunning, hoe sterk wil je het hebben?

Deze titel komt voor de insiders niet zo maar uit de lucht vallen. Ragna bouwt al jaren met een team specialisten rond zich heen aan haar prestaties. En dat heeft haar zeker geen windeieren gelegd.

Tijdens het IAU WK Trail in het najaar van 2016 in Portugal pakte de toploopster al een bronzen plak tijdens een WK. Dit jaar belandde ze met haar 4e plaats tijdens hetzelfde IAU WK Trail (ditmaal in Italie) net buiten het podium. Maar in de Skyrunner Worldseries zet ze dit jaar een meer dan indrukwekkende serie neer. 2e in de Yading Skyrun (China), 4e in de Transvulcania (Spanje) en ook nog eens winst in de Olympus Marathon (Griekenland).

Zeer indrukwekkend en de winst vandaag is een prachtige kroon op haar seizoen!

Achter Debats gaat het zilver naar de Zweedse Mimmi Kotka. Winnares van de CCC van 2016 en een aantal weken geleden won zij nog de 80 km du Mont-Blanc. Of ze hier helemaal van hersteld is is nog maar de vraag, maar dat Ragna haar achter zich laat is imponerend!

De herentitel ging trouwens naar, hoe kan het ook anders want deze man wint de laatste jaren al WK’s en EK’s van de IAU en de Skyrunning Associaton, Louis Alberto Hernando Alzaga.

Bij deze tippen wij hem als één van de topfavorieten voor de UTMB. Die goede 100 mijler moet er toch een keer uitkomen...

foto van MudSweatTrails (MST).
Fotocredits: Trail Sacred Forests World Championships
 


Tulipandes in Euforia (233/20), Andorra (racereport)

$
0
0

Het is zaterdagmiddag. We lopen omhoog nadat we nabij Soldeu de asfaltweg die dwars door Andorra loopt zijn gekruist. Ergens ben ik blij dat het is gaan regenen. Sinds ons vertrek woensdagochtend heb ik een hele tube zonnereuzel op mijn vel gesmeerd, maar desondanks voel ik me een gegrilld speenvarken. Mijn team maat Mario Ramos heeft nergens last van, met zijn donkere huid, ook al bietst ook hij op enig moment een lik vet.

De Spanjaarden noemen me tulipan (tulp). Mario is geboren in de Andes, op 3800 meter hoogte. Samen zijn we ‘Tulipandes’, een van de 99 teams die woensdag in de vroege ochtend zijn gestart aan het nieuwe loopnummer van de club die de Ultra Mitic en de Ronda dels Cims organiseert. De nieuwe uitdaging heet Euforia en is 233 km lang en heeft 20 km aan hoogtemeters. Ergens vraag je je een beetje af waar deze extreme zotheid van hoger en verder toe moet leiden, maar toch prikkelt het initiatief. Teaming samen met Mario is een logische stap. Hij liep drie jaar achtereen de PTL en koppelde vorig jaar de PTL (plm 300 km, plm 26 km D+) , 4 KVDA (idem) en de Tor des Geants (idem) achter elkaar, binnen één maand. Niemand anders deed dat, niemand anders zal dat ooit nog doen, want de 4 KVDA is niet meer. Mario is een living legend. Niet snel, maar unstoppable. Bij de start was het een weerzien van oude bekenden, waarbij de voertalen Frans, maar vooral Catalaans en Spaans waren. Ik heb gedurende 233 km vier woorden Engels gehoord. ‘Shit!’, ‘ok’ en ‘walking dead’.

In de klim in de regen na Soldeu (op km 180) lopen we een stukje tegen de stroom in van Celestrail (80 km) lopers. Ze zijn 13 uur onderweg en hebben de hele nacht gelopen. Dat is goed te zien. We moedigen ze aan. Als ze onze rugnummers zien doen ze hetzelfde voor ons: ‘Sois unas maquinas!’ Jullie zijn machines. Na een kilometer verlaten we de Celestrail. De gestage regen gaat over in een hoosbui. We schuilen bij een hutje, in deze omstandigheden heeft het geen zin om aan de loodrecht uitziende zwarte skipiste die voor ons opdoemt te beginnen. Mijn achillespezen kraken van de afgelopen 17.000 loodrechte hoogtemeters. Pyreneeën hoogtemeters zijn altijd wreder dan de alpenvariant. Geen gezigzag, no switchbacks, gewoon recht naar boven.

Er staan wat bedden in het hutje. Mario gaat liggen en is meteen vertrokken. Binnen een minuut knort hij licht. We zijn hondsmoe. De vele hoogtemeters door het moeilijke terrein waren slopend, de slaap en eetvoorzieningen onderweg waren suboptimaal. Gegeten hebben we nauwelijks, de afgelopen tachtig uur. De afgelopen drie nachten heb ik per nacht de zestig minuten slaap niet gehaald. Veel teams stapten al uit. Gedemotiveerd door de hoogtemeters, mentaal geknakt, gesneuveld tussen de rotsblokken, met een heli opgehaald, naar de bewoonde wereld terug gestrompeld, gehecht, gespalkt, gebroken. Euforia eist een zware tol. Ik maak een vuurtje in de haard in het hutje, met droog hout dat klaarligt. Vuurtje stoken tijdens een trail, dat had ik nog nooit gedaan.

De opzet van de race is me inmiddels wel duidelijk: we maken een soortement van lus om de landsgrenzen van het minilandje, inclusief een binnenlus. Daarbij volgen we zoveel mogelijk aaneengesloten toppen via graatjes, die hier en daar redelijk scary zijn, zeker ‘s nachts. Zo pikken we misschien wel vijftig bergtoppen mee. Na twee uur in het hutje te hebben gewacht op beter weer besluiten we om toch maar de regen in te gaan. We zijn er wel klaar mee, er is nog maar een etmaal te gaan. Inmiddels zijn we met drie teams in het hutje. Een van de andere teams is Els Joans, beide mannen heten Joan. Ze hebben nog niet geslapen sinds de start. Een van de mannen hallucineert vreselijk en is nauwelijks aanspreekbaar. Als hij al iets zegt is het in plat Catalaans, ik versta hem niet. Zijn ogen kijken verwrongen, zijn lijf lijkt 95 jaar oud. Hij wordt bozig als we hem proberen te laten slapen. Als we doorlopen wankelt hij, alsof hij ieder moment kan omvallen. Het is een onprettig gezicht.

We geven flink gas de piste op naar boven, ondanks de steilheid. Het doet pijn aan mijn longen en mijn kuiten en pezen, maar het warmt in ieder geval lekker op. Voor het eerst kan ik mijn nieuwe Berghaus jasje eens even echt goed uittesten, hier is het voor gemaakt. Inmiddels stormt het en het is alsof de Mobiele Eenheid ons met een waterkanon van de berg probeert te stralen. Als we bijna boven aan de piste staan begint het te onweren, meer in de buurt dan me zint. Ondanks ons hoge tempo versnel ik. Onweer op een bergtop staat niet hoog op mijn verlanglijst. Mario volgt, een van de Joans geeft nog meer gas en is als eerste boven. De andere Joan blijft achter. Het zou me niets verbazen als hij gewoon zou omvallen. Op de top van de berg hangt een ‘balise’, een marker uit de wereld van het orienteeren. Het is de bedoeling dat ik met de kniptang die naast de marker hangt een markering maak in mijn polsbandje. Mario heeft een gps- tracker. Niet omdat het voor het thuisfront zo aardig is om ons te kunnen volgen, maar vooral om snel door een heli te kunnen worden gered, mocht dat nodig zijn.

De marker met kniptang aan een ijzeren paal op het hoogste punt van de berg is me een gruwel met dit onweer. Metaal en hoge punten moesten toch vermeden worden bij onweer?

We dalen na nog een bergtopje een kilometer verderop af naar de laatste (vierde) lifebase van de race bij Agols. De regen en de wind smoren, een waterig zonnetje breekt door. We dalen af samen met Joni en Harriet, een sympathieke jonge Catalaan en een Deense violen bouwster die in Barcelona woont. We zullen een groot deel van de laatste 24 uur samen lopen.

In de lifebase eten we wat, maar we slapen er niet. We zetten in op het onbemande hutje een paar uur verderop. Gezien het tijdstip vroeg in de avond is daar nog wel plek in een bedje, hoop ik. We hebben geluk. We arriveren om negen uur bij het hutje, op het moment dat de zon onder gaat. Er is niemand, en het is helemaal stil. De stapelbedden in het hutje hebben foam matrassen. Voor het eerst in bijna 90 uur neemt mijn ‘bed’ de vorm van mijn rug aan, in plaats van andersom. Ik slaap 63 minuten heerlijk!

Die nacht hebben we de grootste moeite met het vinden van een doorgang in de afdaling, door een soort waterval. De GPS track is hier niet precies en het terrein is in de nacht zeer onoverzichtelijk. We hebben geen idee wat de bedoeling is en proberen enkele varianten uit, klauterend over een steile helling met  bomen en rotsblokken. Mario neemt de lead, hij heeft een sterk ontwikkeld gevoel voor dit soort terrein. Anders dan in de afgelopen twee PTL’s ervaar ik wat het is om met twee man de verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Ondanks de cultuurverschillenen tussen mij en Mario zijn we technisch gezien een soepel functionerend team. Mario is een sterke klimmer met een neusje voor het vinden van het juiste spoor, ik ben wat sterker in de afdalingen en in technisch terrein, we vullen elkaar redelijk aan. We maken waarschijnlijk onnodig veel hoogtemeters maar weten uiteindelijk via een kleine omweg toch uit te komen in meer toegankelijk terrein. Een uurtje later vinden we Joni en Harriet terug. Ik vraag hoe zij de doorgang door de waterval wisten te maken. Joni maakt een gebaar alsof hij net een aanslag heeft overleefd. ‘We denken alleen nog maar vooruit,’ vult Harriet aan. Ik trek mijn conclusies.

We dalen helemaal af naar het hoofddal van Andorra. In het centrum van de hoofdstad kijken late uitgaanders om half vijf in de ochtend wat verdwaasd naar de vier lopers die in vreemde kledij en skistokken langskomen. Alle koffietentjes waar we langskomen zijn gesloten. Ik smacht naar koffie. En eten. En een bed. En… Nee, vreemd genoeg snak ik niet naar bier. Het is anders geworden.

De klim die ons het dal uitleidt is het begin van de laatste serie hoogtemeters, van 1000 meter naar ongeveer 2800 meter (Pic de Casamanya). Tussen de noord- en de zuidtop ligt een rotsblokje, de Pic del Mig. Voor velen een detail.

Het begin van de klim werd tijdens de briefing omschreven als ‘brutal’. Als een Andorreen een klim ‘brutal’ noemt, is het tijd voor het ‘fasten seatbelts’ signaal. ‘Dry toolend’ hakken we ons een weg naar boven. De pezen kraken niet eens meer, ze verkeren in shock. Ik hang in de aanhangwagen. Mario, Joni en Harriet kan ik even niet meer bijhouden. Achter ons hangt een bijzonder ronde volle maan iets boven Andorra-la-Vella, ver onder ons. Het is een beeld vol symboliek, we klimmen hoger dan de maan. Tulipandes gaat het winnen van Euforia!

De Pic del Mig dan, uren later. Ik slaak een oerkreet. Vanaf nu is het nog een afdaling naar de finish. We nemen een pauze met vier teams samen en halen alvast herinneringen op aan de race. Waar zijn de Joans gebleven? Niemand die het weet. Na tien minuten zetten we de afdaling in om anderhalf uur later opeens over de asfaltweg naar Ordino te lopen. Mario zet zijn traditionele fleurige indianenhoofddeksel op, ik trek mijn t-shirt strak en kam mijn haar, net op tijd. George Daams rent me tegemoet op een paar honderd meter voor de finish. Op zo’n moment ren je natuurlijk, zelfs bergop, ook al kun je dat helemaal niet meer. Op de finish ben ik op, klaar en afgestorven, na 101 uur lopen.

Nog één oerkreet dan, bij de groepsfoto, waarbij alle acht lopers die net samen de berg zijn afgelopen elkaar omhelzen. We stinken, we laten een traan, we omhelzen elkaar nog een keer. En dan is het gedaan.

Euforia is een wedstrijd die zich niet makkelijk laat vergelijken met andere wedstrijden. De verzorging is minimaal en het terrein is technisch en alpien, vergelijkbaar met de PTL. Ook de navigatie is vergelijkbaar met die race, met GPS. Deels is de wedstrijd niet ongevaarlijk. Een steenslaghelm meenemen is het overwegen waard. De toegestane tijd van 110 uur lijkt ruim voor 233 km. Maar dat is schijn. Je kunt je afvragen in hoeverre zo’n race nog onder ultra trail running valt. Zonder enige alpiene onderbouwing en goede hiking skills heb je hier in ieder geval weinig te zoeken. Naast Euforia zijn de Celestrail (80 km), Ultra Mitic (110 km) en de Ronda dels Cims (170 km) wat toegankelijkere wedstrijden die op hetzelfde moment plaatsvinden. Toegankelijker dan Euforia, maar een klasse steviger dan de meeste Alpen races met een vergelijkbare afstand!


Video rescue heli euforiia rescue 

Video finish Euforia (door George Daams)

 

Eerste IJmuiden Kusttrail zaterdag 30 september

$
0
0

Natuurmonumenten en MudSweatTrails organiseren op zaterdag 30 september voor het eerst de IJmuiden Kusttrail in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Natuursporters worden uitgenodigd voor een uitdagende trailrun over hoge duintoppen, door bossen met eeuwenoude eiken en langs duinmeren en romantische landgoederen. Dankzij de samenwerking van MudSweattrails en Natuurmonumenten leveren alle deelnemers een bijdrage aan de bescherming van de natuur in het gebied. 

Boswachter Jowien heet de sporters van harte welkom: "Landgoed Duin en Kruidberg als onderdeel van Nationaal Park Zuid-Kennemerland is een natuurgebied waar veel wordt gesport. Natuurmonumenten juicht dat toe, want zo komen deze sporters uit de sportschool en ontdekken ze onze schitterende natuur in de buurt. Ik ben heel blij met de bijdrage van de deelnemers aan ons gebied. Daarmee kunnen we de natuur hier verder versterken". Het parcours van de Kusttrail IJmuiden loopt deels over het strand en deels door het duingebied. Samen zorgen we een route die de natuur- en de cultuurhistorische kenmerken toont en respecteert. Eind september is de impact op planten en dieren minimaal.

Samenwerking Natuurmonumenten en MudSweatTrails

Natuursport van Natuurmonumenten en MudSweatTrails starten een samenwerking op gebied van trailrunning. Natuursporter Jakko Mur van Natuurmonumenten: "We delen onze fascinatie en bewondering voor de natuur. Met respect voor de natuur willen we de trailrunners laten zien hoe mooi onze natuur is. De samenwerking krijgt vorm in de Kusttrail IJmuiden en in andere natuurgebieden in het land."

Marc Weening van MudSweatTrails: "De samenwerking met Natuurmonumenten geeft ons de mogelijkheid om onze boodschap "Only leave footprints" breder te delen. Het biedt ons de kans om samen met de boswachters de mooiste trails van Nederland te vinden."

Natuursport beschermt de natuur

Natuurmonumenten verwelkomt jaarlijks miljoenen natuursporters, want het beschermen van natuur begint bij beleven. Oprichter Jac P Thijsse wist dat al, toen hij met schoolkinderen op Texel de duinen introk. Hij was het die de term natuursport bedacht, het ervaren en beleven van natuur. Jakko Mur: "Natuur is belangrijk voor evenwicht, geluk, en gezondheid in het dagelijks bestaan. Natuurmonumenten wil graag dat sporters in de natuur ook natuurbeschermers worden en vraagt de deelnemers aan de Kusttrail IJmuiden daarom een bijdrage. Zo kunnen wij ons belangrijke werk, het beschermen en versterken van de natuur in Nederland, blijven doen."

 


Aanmelden kan via http://www.mudsweattrails.nl/ijmuiden_kust_trail 

Meer weten over trailrunning in de natuur? Ga naar https://www.natuurmonumenten.nl/trailrunnen-bij-natuurmonumenten 

 

'Dan ga je toch gewoon ergens anders een stukkie lopen?' E101

$
0
0

Het was zo'n 53 kilometer door de bergen knallen naar de start van de race in Burglaunen. De eerste helft van de Eiger Ultratrail liep ik probleemloos en beheerst. Rennen waar mogelijk. Sterk klimmend. Behoedzaam afdalend. Goed, de klim naar Faulhorn blijft een bitch. Maar hij kostte me minder moeite dan drie jaar geleden tijdens de E51. De laatste afdaling naar de ravito neem ik dit keer non-stop vol gas. De krachttraining heeft gewerkt.

In Burglaunen neem ik de tijd om mezelf te verzorgen. Droog shirt, droge sokken, een bord spaghetti en een paar bekers cola. Ik maak de voorgenomen rusttijd niet vol maar vertrek met goed gemoed richting Wengen.

Na een dag van redelijke drukte op de trail word ik in de vallende avond omringd door de rust van het bos en de bergen. Er wordt nauwelijks gecommuniceerd tussen de weinige lopers op het parcours. Ergens staat een bordje: 'Wengen, 2 stunden'. Plots schiet de limiet door mijn hoofd. Alleen sjok ik verder de berg op. Negatieve gedachten nemen de overhand. Dat ga ik nooit halen in dit tempo. Dan maar uitstappen. Ik ben niet geschikt voor deze sport. Langloperij is niet leuk. Ik besluit er dan een maar een downhill training van te maken. 'Haal er uit wat er in zit.'

Bovenaan het pad wordt me de richting naar Wengen gewezen. Ik begin te rennen en hou dat vol. Bergafwaarts geef ik gas. Eenmaal in Wengen verbaas ik me over mijn ruime voorsprong op de limiet. Voorraden bijvullen, even zitten en wat drinken.

De volgende cut-off is een paar uur verder en 800 meter hoger. Wetende dat het krap word loop ik door. Lullig als je die hele klim doet en boven uit de race genomen wordt.

De klim is niet technisch maar genadeloos voor limietlopers als ondergetekende. Op verschillende plekken langs de helling bivakkeren race officials. Goed voor de moraal. Eenmaal de lawinehekken gepasseerd is het nog zo'n vijf tot zes Rotterdamse Alpen tot de top. Samen met een Japanse en een Zwitserse loper bereik ik de opstap. De Zwitser legt dit moment vast met zijn Gopro.

Als ik het vlak opstap gebeurd er iets met me. Ik schreeuw het uit en begin te rennen naar de ravito. Daar zie ik dat ik nog een kwartier extra heb gewonnen op de limiet! Alle twijfels en negativiteit verdampen in de laatste avondzon. Ik begin te schransen en soep naar binnen te werken terwijl ik mijn merinotruitje aantrek onder mijn windjack. 80 meter verder stijgt een heli op met reddingswerkers. Ik merk dat de temperatuur flink gedaald is. Kan mezelf wel voor mijn kop slaan omdat ik mijn lange broek in de dropbag heb gelaten. Major mistake!

Een official zegt me dat de temperatuur de komende nacht rond de twee graden zal blijven. En dat ik beter mijn lange broek aan kan trekken. Ik knik en zeg dat ik 'm in mijn backpack heb zitten. Ik loop een hoekje om en begin te rennen. Deze trail ga ik uitlopen. Wellicht krijg ik een tijdstraf maar ik loop 'm uit!

In de treinremise bij Kleine Scheidegg op 80 kilometer is een ravito. Ik voel me geweldig! Begroet iedereen en probeer daarmee vooral de aandacht van mijn korte broek af te leiden. Vreten, zuipen, vaseline op plekken smeren, veters strikken en gaan!

Een klim langs de Eigergletscher en het station van de Jungfraujoch brengen me naar een lange afdaling onderlangs de Eigerwand. Jammer dat het donker is. Ik krijg een deja vu van de Pic Comapedrosa nu zeven dagen geleden.

Tien kilometer voor de meet zit er nog een venijnig heuveltje in de route. Bovenop staat zeer strategisch nog een verzorgingspost. In de wetenschap dat ik goed ga finishen neem ik de tijd voor een kop bouillon. Het laatste stukje is hoofdzakelijk asfalt. Het klimmetje naar de finish doet me in tegenstelling tot drie jaar terug weinig.

Ondanks het onchristelijke tijdstip staan er toeschouwers langs de route en wordt er geklapt als ik gas geef voor de laatste meters. Het is een aangename verrassing dat Jan Lucas en Marc Weening me staan op te wachten en me een lift naar de accomodatie aanbieden.

Finishpica door Marc weening

Wat vooraf ging. Een week eerder miste ik de kracht om de Mitic af te ronden. Een pittige bergtrail in Andorra. Na 45 km en 3,5km D+ moest ik uitstappen. ('#held, #goeiebeslissing, #teiltje!')

Daags erna liep ik er nog van te balen. Toen zei mijn lief tegen mij: 'dan ga je toch gewoon ergens anders een stukje hollen? Je bent toch nog vrij.' Wat een wereldidee! Kijk! Daarom ben ik met haar getrouwd.

Na wat brainstormen en zoeken bleek Marc Weening een uitvaller te hebben op de E101. Dankzij kordate actie van MudSweatTrails was de transfer vlot geregeld. Dinsdagmorgen kwamen we thuis uit Andorra. Dinsdagavond was het startnummer geregeld. Woensdag zat ik in de auto richting Zwitserland.

 

The end.

POLL: Volgende station-naar-station Trail?

$
0
0

Begin juni lanceerden we een nieuwe station-naar-station route, van Dieren naar Arnhem CS. Tof om te zien dat die paden al regelmatig worden belopen of de afspraken hiervoor worden gemaakt!

Ondertussen willen wij verder met het ontwikkelen van de volgende route die van station-naar-station over gave paadjes loopt. Met de vraag aan jullie welk traject we als eerste gaan uitwerken? Laat je horen en we voorzien jullie binnenkort van het resultaat om deze route zelf te kunnen lopen!

VUL DE POLL IN*.

*De poll loopt t/m 2 augustus.

Hole of glory, column 100% MIG

$
0
0

Ik wist vroeger dus echt niet wat dat betekende en ik denk velen met mij. ‘Glory hole’ ofwel ‘hole of glory’. Ik dacht dat dat iets was als ‘hall of fame’, ook al heb ik maar een vaag idee bij wat dat exact betekent. Ietwat vreemde begrippen misschien op een platform voor trailrunners. Maar ik moest er zomaar aan denken toen ik het lijstje favorieten bestudeerde van de UTMB, die volgende week van start gaat. Mijn eigen naam kwam in geen van de lijstjes voor, ik ben te oud en te traag en misschien ook te lelijk. Geen ‘hall of fame’ voor mij en al helemaal geen ‘hole of glory’, al ben ik niet vies van vaseline...   

Toch komen ik en Jonathan (Koutstaal) waarschijnlijk in diepe krochten uit, volgende week. Niet de krochten van de gay scene, vermoed ik. Maar wel in de verborgen en smerigste delen van ons bewustzijn. Een etmaal of zes nauwelijks slapen, gal spugen, honger, pijn, pure weerzin, mentale instorting. Walking death. Ik ga er niet vanuit dat we voor het einde van ons rondje veel plezier gaan beleven. Als we de komende week onszelf niet tegenkomen, dan komen we onszelf nooit meer tegen. 

Het aanstaande project is de PTL. Het is niet de eerste keer dat ik me dit jaar in een ongemakkelijke positie wurm. Eind februari moest ik van mezelf een rondje Gran Canaria doen. De TransGranCanaria 360 (die helaas geen 360 km is, maar 80 km korter) liep uit op 80 uur waarvan zeker twee etmalen heel erg ellendig waren. No glory, hoewel twee maanden geen bier drinken voor de race en flink wat krachttraining vooraf me een eindklassering opleverden waar ik achteraf eigenlijk best trots op was. 

Twee maanden geleden herhaalde ik dit spelletje in Andorra. Hier was het terrein gruwelijk en duurde de trip nog een etmaal langer. Ik kan het niemand aanraden. Tenzij je op zoek bent naar iets. In Andorra zien ze me niet meer terug.

De derde PTL start in drie jaar? Wat bezielt me? Twee keer bewees de Petite Trotte a Leon een regelrechte ramp te zijn. Ernst Jan die brak na 200 km lijden. Renske die een naald onder de nagel van haar dikke teen stak om de ondragelijke pijn van een drukkende blaar te verminderen. Robin die voor de zoveelste keer als een Jesus zijn kruis de berg op droeg. Glory of fame vindt niemand in de PTL. Hoogstens een deel van zichzelf. 

Met trail running heeft het extremistische lopen slechts raakvlakken. Paden zijn er vaak niet en running wordt beperkt tot de paar vlakke kilometers die het parcours kent en wat afdalingen. Naast het soms complexe terrein zijn de twee grootste uitdaging de onophoudelijkheid (it never stops) en de autonomie. In Euforia was er één ondersteuningspunt per etmaal, in de PTL is de support ietsje beter, maar duurt de rit wat langer. Het zal op hetzelfde neerkomen. Jezelf binnenstebuiten keren en dan kijken of er stukjes van je ziel liggen bij de bagger voor je. 

Als je googlet op ‘glory hole’ kan het zijn dat je onpasselijk wordt. In de PTL word je zeker onpasselijk, vroeg of laat. Wat het voor de loper oplevert is niet altijd duidelijk. Voor enkele volgers van onze trackers op internet levert het mogelijk wat leedvermaak of kijkplezier op. ‘Nog één keer zo’n lange’ wordt mijn mantra. En dan hoef ik nooit meer zo ver. Holy glory.

Voorbeschouwing PTL / TDS / CCC

$
0
0

Eind augustus nadert en dan weten de trailliefhebbers het wel, het is weer tijd voor de UTMB-week! Een week met 4 individuele races (UTMB, TDS, CCC en OCC) een ‘teamrace’ (PTL) en nog diverse wedstrijden voor de allerkleinsten. Reikhalzend kijken de meeste liefhebbers uit naar deze week!​ De voorbeschouwing op de PTL / TDS en de CCC kun je hier vinden. Later in de week geven we ook een preview op de UTMB.

Petite Trotte à Léon (PTL)
De vreemde eend in de bijt van de UTMB-week. Geen klassement, een teamprestatie (2 of 3 lopers), autonoom, geen gemarkeerde route, een tijdspanne van een kleine week en ieder jaar een wisselend parcours. De PTL is dan ook geen wedstrijd, maar zoals de Fransen het noemen een ‘Randonnée’. Een voettocht door extreem terrein met een hoog alpien gehalte. Het geesteskind van mede UTMB-oprichter Jean Claude Marmier. Een bergman in hart en nieren die helaas niet meer onder ons is.

Na een aantal jaren UTMB moest er in 2008 iets nieuws komen. Iets extremers, iets wat meer bij Marmier paste. De PTL was het antwoord op deze behoefte. Grofweg een ronde van 300 km met 26.500 D+ in een team van 2 of 3 personen over ongemarkeerde routes met een hoog alpien gehalte. De deelnemers (maximaal 100 teams) aan deze race moeten een behoorlijk CV kunnen overleggen (wat veel ruimer moet zijn dan alleen trails, ook zware bergtochten, trekkings en alpiene ervaring wegen zwaar mee) met een duidelijk motivatie waarom zij aan de PTL willen deelnemen.

Het resultaat is een legertje van (veelal oudere) geharde oerbergmensen die je gemiddeld genomen niet zou herkennen als ultra-atleet. Berggidsen, maar ook bijvoorbeeld bergboeren die op zondagmorgen toch echt wel tijdig in Chamonix moeten arriveren, omdat ze zondag eind van de middag toch echt de koeien weer moeten melken.

Ook de organisatie van de PTL is bijzonder. Deze organisatie houdt zich niet bezig met het optimaliseren van routes en verzorgingsposten (slechts 4 lifebases op het hele traject, voor de rest moeten de lopers het doen met de talrijk aanwezige berghutten op de route), maar met het veilig laten verlopen van de tocht. De passages zijn soms (3e graads rots voor de kenners) zo lastig en ook gevaarlijk, zeker door het slaaptekort en de duur van de tocht, dat deze beveiligd moeten worden door een berggids. De club mensen die de PTL ‘draait’ binnen de UTMB staat ook los van de andere races. Net zoals de lopers eigenlijk los staan van de andere races. De lopers en organisatie zijn meer een grote familie die de onmogelijke PTL tot een gezamenlijk goed einde willen brengen.

Tot zover de lofzang over de PTL. Een unieke tocht, met een unieke club mensen bij elkaar met een uniek gevoel. Een gevoel dat je alleen kunt ervaren als je in Chamonix bent geweest. Als je de tranentrekkende muziek gestart hoort worden als na een week weer een PTL-team aan de streep arriveert. Tot in de haarvaten vermoeid, met een gigantisch slaaptekort, de ogen diep in de kassen, met een lichaamsgeur die niet te harden is en bedekt met een laagje stof.

Uniek maar voor veel Nederlanders ook niet weggelegd. Te zwaar, te lang, te technisch. Niet te onderschatten!

Dit jaar is de PTL 295 kilometer lang met meer dan 25.000 D+ met een ontelbaar aantal passages boven de 2.500 meter met als absoluut hoogtepunt de Cabane Trient op 3.170 meter na een kleine 65 kilometer.

De route loopt dit jaar vanuit Chamonix naar het noordwesten naar de Mont Buet, om vervolgens via de klok mee het Buet Skiroc als eerste grote post aan te doen. Vervolgens wordt via de Fenêtre Arpette Zwitserland betreden om vervolgens koers te zetten naar Bourg Saint Pierre (tweede grote ravito). Om dan naar het zuiden af te zakken om via de Grote Sint Bernardpas Italië binnen te komen en vervolgens door te steken naar de de voorlaatste lifebase Morgex ongeveer halfweg (165 km). Daarna wordt een lus gemaakt via het zuidelijkste deel van de route vanaf de Kleine Sint Bernardpas (laatste lifebase op 220 km) om vervolgens via de Col de la Seigne terug te keren in Frankrijk. Daarna wordt boven Les Contamines de Mont Joly aangedaan, wordt de vallei overgestoken en wordt richting Chamonix de laatste hoge passage (Baraque Les Rognes, boven de Tramway du Mont Blanc op 2.768 meter) aangedaan voordat koers wordt gezet richting finish.

Daar moeten de teams, bestaande uit 2 of 3 personen, binnen 151,5 uur (zondagmiddag) gearriveerd zijn.

Dit jaar staat er wederom een Nederlands team aan de start van de PTL. Team ‘Tais-toi et rame’ bestaande uit PTL-veteraan Michiel Panhuysen (alias Mig) en Jonathan Koutstaal zullen op maandagochtend 28 augustus om 9.00 aan de tocht starten.

Het wordt hiermee voor Michiel zijn 3e (!!!) PTL op rij. In 2015 startte hij met het onafscheidelijke duo Ernst Jan en Renske Vermeulen. Ernst Jan viel helaas halverwege af, maar Michiel bereikte dat jaar samen met Renske (als 1e Nederlandse team) de finish van de PTL. Vorig jaar startte Michiel met Robin ‘Tor des Géants’ Kinsbergen. Ook die tocht wist hij succesvol af te ronden. Zij finishten toen als 2e Nederlandse team (na het supersterke duo Gideon Zadoks en Thomas Dunkerbeck die als 2e team finishten).

Nu dus de 3e PTL op rij voor Mig. Als er binnen Nederland één man is (en die eer wil hij absoluut zelf niet, maar die verdient hij wel!) die het finishen van autonome, bizar lange en technische tochten tot kunst heeft verheven is het Michiel wel. Zo finishte hij dit jaar bijvoorbeeld al de Transgrancanaria 360 (265 km) en de Andorra Ultra Trail – Eufòria (233 km) al. IJzersterke prestaties!

Dit jaar heeft Michiel met Jonathan Koutstaal wederom een sterke partner aan zich weten te binden. Jonathan finishte al meerdere (bijna) 100 mijlers. Waaronder de technische l’Echappee Belle en de Rout-100 (Rodopi Adventure Run). Verder heeft de man alpiene ervaring die hem van pas gaat komen in deze PTL en bereidt hij zich altijd perfect voor.

Wij gaan team ‘ Tais-toi et rame’ gedurende de PTL proberen te volgen!

Sur les Traces des Ducs de Savoie (TDS)
Sur les Traces des Ducs de Savoie; ofwel de TDS maakt sinds 2009 deel uit van het illustere rijtje UTMB-races. De wilde zuidkant van de Mont Blanc wordt in deze race opgezocht en gevolgd. Een koers die als technisch en zelfs zwaarder dan de UTMB (aldus insiders) wordt betiteld.

Na de start op woensdagochtend 30 augustus om 6.00 in het Italiaanse Courmayeur volgen de lopers een route van 119 kilometer en 7.200 D+. De 1.600 lopers hebben in totaal 6 bergpassen voor de boeg boven de 2.000 meter met als hoogste punt de Col Chavannes (2.603 meter) na een kleine 20 kilometer.

De winnaar zal deze race na zo’n 14,5 uur finishen (dus rond 20.30 woensdagavond). De tijdslimiet voor de laatste loper is donderdagmiddag 15.00. Dat betekent in totaal 33 uren.

Vorig jaar werd de race gewonnen door de Spanjaard Pau Capell Gil. Hij start, zoals gezegd, nu op de UTMB. Bij de dames won de Franse Delphine Avenier. Zij loopt dit jaar de CCC.

Kanshebbers bij de heren zijn Michel Lanne (Frankrijk, winst CCC 2016), Antoine Guillon (Frankrijk, al 3 keer podium in TDS), Marco Zanchi (Italië, 11e UTMB 2016) en Paul Giblin (Groot-Brittannië, 17e UTMB 2016).

Bij de dames zetten wij onze kaarten op Mimmi Kotka (Zweden, winst CCC 2016), Lucy Bartholomew (Australië, 2e 80 km du Mont Blanc 2017), Maud Gobert (Frankrijk, 4e Lavaredo Ultra Trail 2017) en Lisa Borzani (Italië, al 2 keer podium in de TDS).

Aan de start zien we ook 12 Nederlanders, met onder andere onze eigen MudSweatTrails frontman Marc Weening. Marc gaat voor het eerst van start in één van de UTMB-races en neemt daarbij o.a. de ervaring van de Leadville Trail 100 Mile 2016 mee.

Courmayeur-Champex-Chamonix (CCC)
De CCC was de 2e race, die na de UTMB, het levenslicht zag in 2006. Via de noordkant van het Mont Blanc massief gaat deze race, net zoals de UTMB, door 3 landen.

Na de start op vrijdagochtend 1 september om 9.00 volgen de lopers een parcours van 101 kilometer met 6.100 D+. De 1.900 lopers krijgen in totaal 4 passen van boven de 2.000 meter te verteren met als hoogste punt de Tête de la Tronche (2.584 meter) direct na de start. Dat is ook meteen het enige afwijkende onderdeel ten opzichte van de route van de UTMB vanaf Courmayeur. De UTMB waagt zich niet op de panoramische bergkam boven Courmayeur en klimt rechtstreeks naar Refugio Bertone. Waar de lopers in de CCC na de klim naar ‘het dak van de CCC’ Tête de la Tronche ook naartoe afdalen.

De winnaar zal deze race in een dikke 11 uren (net na 20.00 op de vrijdagavond) finishen. De tijdslimiet voor de laatste loper is zaterdagochtend 12.00 dat is 26,5 uur na de laatste startgolf (3 startgolven met tussenposes van een kwartier.

Vorig jaar werd de race gewonnen door Michel Lanne die dus dit jaar start op de TDS. Bij de dames won de Zweedse Mimmi Kotka. Ook zij loopt dit jaar de TDS.

De CCC heeft traditioneel een sterk startveld. Zo zien we dit jaar bij de heren de volgende favorieten starten; Ludovic Pommeret (Frankrijk, winnaar UTMB 2016), Ryan Sandes (Zuid-Afrika, winst Western States Endurance Run 2017), Rachid El Morabity (Marokko, 5-voudig winnaar Marathon des Sables!) en Guiliano Cavallo (Italië, 3e CCC 2016)

Bij de dames tippen wij Nathalie Mauclair (Frankrijk, winst UTMB 2015), Azara García de Los Salmones (Spanje, winst Transgrancanaria 2017), Clare Gallagher (Verenigde Staten, winst Leadville Trail 100 Mile) en Delpine Avenier (Frankrijk, winst TDS 2016).

Op die bewuste vrijdagochtend zullen 22 Nederlanders de veters strikken voor de CCC. Onder hen onder andere onze Mudsweattrailsstoreman Tom Maessen, maar ook één van Neerlands beste trailers, Huub van Noorden. De kersverse vader gaat voor een herkansing in de CCC die vorig jaar voor hem op een debacle uitliep. Huub werd echter als eens 14e in de TDS (2014) en liet zeer recent bij de Belgische Trail des Fantômes, met twee overwinningen in twee dagen tijd, zien scherp te zijn. Wat kan Huub in deze CCC laten zien? En weet hij zijn temperament in te tomen, zodat een snelle start hem geen vroegtijdig Waterloo gaat bezorgen?

Voorbeschouwing UTMB

$
0
0

Eind augustus nadert en dan weten de trailliefhebbers het wel, het is weer tijd voor de UTMB-week! Een week met 4 individuele races (UTMB, TDS, CCC en OCC) een ‘teamrace’ (PTL) en nog diverse wedstrijden voor de allerkleinsten. Reikhalzend kijken de meeste liefhebbers uit naar deze week!

Ultra Trail du Mont Blanc (UTMB)
Nog nimmer kreeg een trailwedstrijd een deelnemersveld wat in kwaliteit en breedte van deze kwaliteit hoger is dan dat bij de UTMB van 2017! Een gewaagde uitspraak, want vergelijken we hier appels met peren of appels met appels? Maar als je kijkt naar de line-up (bij vooral de heren) van de UTMB 2017 kun je niets anders zeggen…

Meerdere oud-winnaars aan de start en sterren uit Europa en de Verenigde Staten gaan er hun opwachting maken. De UTMB is dit jaar, eigenlijk net zoals de voorgaande jaren, met stip dé wedstrijd van het jaar!

Dit jaar viert de UTMB een feestje. Men is namelijk toe aan editie nummer 15. Sinds de eersteling in 2003 is de UTMB uitgegroeid tot het paradepaardje van de trailsport. Uiteraard zijn er voor- en tegenstanders van deze uitspraak. Maar als je kijkt naar de ‘graagte’ waarmee de topatleten hier van start gaan en hun seizoen afstemmen op de UTMB kun je niet anders stellen dan dat dit de meest prestigieuze race van onze prachtige sport is!

Vrijdagavond 1 september 18.00 is de Place du Triangle de l’Amitié weer afgeladen met 2.300 gelukkigen die zich klaar maken voor meestal 2 nachten zonder slaap. Wat te boek staat als een 10-daagse wandelroute in de vorm van de Tour du Mont Blanc wordt door hen in een maximum van 46,5 uur afgelegd. 171 kilometer en 10.000 hoogtemeters moeten door hen verstouwd worden om hun blijde intrede in Chamonix te kunnen doen. Fysiek gesloopt, maar mentaal op de toppen van hun kunnen. Dat is wat de UTMB met de finishers doet!
 

Grofweg kunnen we de route in 4 delen splitsen. Allereerst het traject Chamonix – Les Contamines. Ruim 30 km met slechts zo’n 1.400 D+ en 1 klim naar Le Délevret. Dit eerste deel van de race lijkt het wel alsof de toplopers vertrokken zijn voor een 10 kilometerwedstrijd. Binnen de 3 uren wordt Les Contamines dan ook bereikt.

In Les Contamines start deel 2. Het traject Les Contamines – Courmayeur bevat een kleine 50 km en 3.000 D+ met onder andere passages van de Col du Bonhomme, de Col de la Seigne, de Col des Pyramides Calcaires en de Arête du Monte Favre. Stuk voor stuk richting de 2.500 meter hoogte en een traject wat de meeste lopers in de eerste nacht af zullen leggen. In Courmayeur zitten zij met 80 km een eind richting de helft en begint het pas echt.

Deel 3 is het traject Courmayeur – Champex en is 46 km lang met 2.600 D+ met onder andere de prachtige passage tussen de Rifugio’s Bertone en Bonnati waar een fenomenaal uitzicht op de rotsige Italiaanse kant van Monte Bianco op de lopers wacht. Verder bevindt de machtige Grand Col Ferret (2.537 meter hoog) op de grens tussen Italië en Zwitserland zich op dit traject.

En dan start in Champex het laatste traject retour naar Chamonix met 45 km en een kleine 3.000 D+ met de min of meer identieke beklimmingen naar Bovine, Catogne en de Tête aux Vents. Het gros van de lopers arriveert pas ’s zaterdagavond in Champex (de toplopers al tijdig op de zaterdagochtend) en zal een groot gedeelte van dit traject in het donker af moeten leggen. Strijdend tegen vermoeidheid, fysieke ongemakken en wellicht zelfs hallucinaties door het slaaptekort. Als zij weten door te zetten wacht hen ‘eeuwige roem’ als ze als ‘Finisher’ in Chamonix weten te arriveren!

Vorig jaar wist, heel verrassend, de Fransman Ludovic Pommeret de race te winnen. Pommeret start dit jaar op de CCC. Bij de dames won de Française Caroline Chaverot. Zij gaat wel voor prolongatie van haar titel.

De kanshebbers (heren):

-        Killian Jornet Burgada (Spanje); is, mits hij voldoende hersteld is van de Hardrock Hunderd Endurance Run, huizenhoog favoriet! Sterker nog, als hij in ‘normale’ doen is kan eigenlijk vooraf al gesteld worden dat de andere atleten voor positie 2 strijden… Wat valt er eigenlijk nog over Killian te vertellen wat nog niet verteld is? Het uithangbord van de sport is 3-voudig winnaar van de UTMB (2008, 2009, 2011) en verschijnt nog maar sporadisch aan de start van wedstrijden. Een uitzondering maakt hij voor de genoemde Hardrock Hunderd Endurance Run die hij dit jaar (met een ontwrichte schouder wat iconische beelden opleverde!) voor het 4e jaar op rij won! Sloot verder, dit voorjaar, zijn ‘Summits of my life’ traject af met de dubbele beklimming van de Mount Everest (in recordtempo) en won zeer recent nog de klassieker Sierre-Zinal. Is dus in vorm, heeft de inhoud en de ervaring, dus wie kan hem van een 4e zege afhouden?

-        Francois d’Haene (Frankrijk); misschien is de wijnboer die onder de vlag van Salomon loopt wel de voornaamste uitdager van Killian. Won de (ingekorte editie) van de UTMB van 2012 en 2014. Waarbij vooral de overwinning in 2014 ijzersterk was met een zeer snelle tijd. Dit jaar won d’Haene al de Madeira Island Ultra Trail en de Maxi Race Annecy (de nieuwe 115 km variant). Daarna gooide een kwetsuur door een valpartij roet in het eten voor de lange atleet, maar gezien zijn overwinning in de Trail Verbier St. Bernard (61 km) lijkt de man fit en in vorm te zijn.

-        Xavier Thevenard (Frankrijk); nog zo’n oud-winnaar die de strijd aangaat. Wist iedere individuele race van de UTMB-week al te winnen. Zo won hij in 2013 en 2015 de UTMB, in 2014 de TDS, in 2010 al de CCC en vorig jaar de OCC. De Asics man won dit jaar al 80 km du Mont Blanc en werd 7e in de Transvulcania en 3e in de Madeira Island Ultra Trail. Rondom Chamonix lijkt Thevenard nog net een hoger niveau te kunnen halen dan elders, dus wie weet…

-        Zach Miller (Verenigde Staten); van het meedogenloos hard startende duo uit de VS Walmsley en Miller dichten wij Miller de grootste kansen toe. Won in 2015 de CCC door deze zo’n beetje van start tot finish te leiden. Ging vorig jaar in de UTMB op dezelfde wijze van start en wist maar liefst tot Trient (142 km) als eerste door te komen om vervolgens in te storten, zich wonderbaarlijk te herpakken en alsnog als 6e te finishen. De Nike atleet komt dit jaar terug van een blessure, maar als hij voldoende hersteld is is hij zeker smaakmaker en kanshebber. 

Zoals gezegd is het deelnemersveld van ongekende kwaliteiten en omvang. Meer namen om te noemen zijn er dan ook voldoende! Vooral opvallend is de zeer sterke delegatie uit de Verenigde Staten dit jaar.

Van de overkant van de oceaan noemen we dan ook nog David Laney (4e 2016 en 3e 2015), Tim Tollefson (3e 2016 en 2e in de CCC 2015), Jim Walmsley (imponeerde vooral met twee enorm snelle starts in de Western States Endurance Run, maar ook met recente winst in de Speedgoat 50k), Jason Schlarb (4e 2014), Sage Canaday en Dylan Bowman.

Als Europeanen kunnen we verder noemen de Spanjaarden Miguel Angel Heras Hernandez (2e 2013 en vorig jaar langere tijd top 5 tot uitstappen in Arnuva), Tofol Castaner Bernat (3e 2014 en winst CCC 2012), Pau Capell Gil (winst TDS 2016 en winst Transgrancanaria 2017), Javier Dominquez Ledo (5e 2016 en 3e 2013) en Yeray Duran Lopez (2e TDS 2016).

Verder zijn nog noemenswaardig de Let Gediminas Grinius (2e 2016, 5e 2014), de Engelsman Andy Symonds (vorig jaar lange tijd top 5 tot zijn uitvallen in Champex), en de Fransen Sébastien Camus (7e 2016, maar ook 2e CCC 2013) en Julien Chorier (8e 2016, 6e 2013).

De kanshebbers (dames):

-        Caroline Chaverot (Frankrijk); moest vorig jaar tot op de streep strijden om met een minimale voorsprong de race te winnen, maar won! Is de afgelopen twee seizoenen de te kloppen dame. Won dit jaar (alweer) de Maxi Race Annecy (115 km), de Lavaredo Ultra Trail en recent de Hardrock Hunderd Endurance Run. Is ze daar voldoende van hersteld?

-        Andrea Huser (Zwitserland); de veelloopster uit Zwitserland jaagde vorig jaar heel lang op Chaverot om aan de streep 7 minuten te kort te komen. Won later dat seizoen nog wel de Grand Raid Réunion en won dit jaar de Madeira Island Ultra Trail, de Eiger Ultra Trail en eind vorige maand nog de Mxtrem 160 als onderdeel van het Montreux Trail Festival. Finishte daar zelfs als 2e overall! Ook bij haar de vraag of ze hier voldoende van is hersteld?

-        Núria Picas Albets (Spanje); werd al 2 keer 2e in de UTMB (2013 en 2014), maar was de afgelopen twee seizoenen niet op haar best. Gaf toe te vaak teveel te doen en daarvan geleerd te hebben, maar hoe is de vorm nu? Werd begin deze maand 3e in de Tromsø Skyrace, maar heeft ze nu de inhoud voor een honderdmijler?

-        Magdalena Boulet (Verenigde Staten); werd vorig jaar 5e in de UTMB en in 2015 2e in de CCC. Won in 2015 de Western States 100 Mile Endurance Run en werd daar dit jaar 2e. Kan zij dit jaar meedoen voor de winst?

Andere podiumkandidaten; Kaci Lickteig (Verenigde Staten), Stephanie Howe (Verenigde Staten), Juliette Blanchet (Frankrijk), Gemma Arenas Alcazar (Spanje), Emelie Lecomte (Frankrijk) en Fernanda Maciel (Brazilië),

De Nederlanders:
10 Nederlanders waren bevoorrecht om door de zware loting heen te rollen. Belangrijkste pion (voor een mooie klassering) zal daarbij Arjan van Binsbergen zijn. Van Binsbergen liep de UTMB al eens in 2015 net binnen de 35 uur. Liep dit jaar al de Transgrancanaria en Laverado Ultra Trail en heeft inmiddels voldoende ervaring. Kan hij dit omzetten in een tijd onder de 30 uur en een mooie klassering?

Naast een aantal lopers die voor het eerst starten op de UTMB zien we ook weer wat oudgedienden op de startlijst staan. Bijzondere aandacht daarbij voor het duo dames van Voorne Putten Jolande Ardon-Fransman en Esther Sweeris. Beide dames lopen al even mee in ‘het wereldje’. Zo finishten zij beiden al de UTMB in 2013. Finishten zij beiden op de CCC in 2012 en kan Jolande daaraan nog een CCC finish in 2015 toevoegen, waar Esther een jaar ervoor de TDS finishte. Met recht zijn deze dames dus ‘veteranen’ van de UTMB te noemen!

Vanaf vrijdagavond 1 september 18.00 zullen wij tot in de zaterdagavond verslag doen van de UTMB. Welke toplopers kunnen hun ambities waarmaken? Welke verrassingen zien we in de kop van de wedstrijd? En wat kunnen wij laaglanders op dit grote internationale podium?


 


Lees ook de voorbeschouwing op de PTL / TDS en de CCC


Zwijnen in de Ardennen – Hastrail 33km

$
0
0

Tekst: Jacolien Schreuder
Foto’s: Bas de Boer en Jos van der Kooij

De keuze voor de Hastrail is nog net niet gemaakt door met de ogen dicht op de trailkalender te prikken, maar heeft een vergelijkbaar ad-hoc-karakter. Jos bedenkt dat hij vóór onze gezamenlijke trail in Zwitserland half september, nog even naar de Ardennen wil om wat hoogtemeters te maken, en overlegt thuis in welk weekend dat het best uitkomt. Het wordt 2 september. Wat is er op 2 september te doen? De Hastrail. Nooit van gehoord. 33 kilometer, aardig wat hoogtemeters, oké, doen. Ook Bas, aangetrouwde neef van Jos, haakt aan.

Als ik me wil inschrijven, staat er ‘pas trop plats.’ Heel eventjes denk ik dat dat betekent dat er geen plaats meer is, en ik schrik. Als de echte betekenis tot me doordringt, grijns ik. Dit is een organisatie die er lol in heeft, anders verzin je zoiets niet. Toch denk ik nog dat we een redelijke doorsnee-trail in België gaan lopen, tot we, een dag van tevoren, wat extra informatie over de route krijgen. Een paar termen daaruit zijn ‘TRES technique’ (over de kilometers 3 tot 11), ‘la plus grande prudence’ die we in acht moeten nemen, ‘les traces les plus sauvages de la région,’ ‘une autorisation exceptionnelle de passage,’ ‘descentes impossibles.’ Bovendien iets met ‘cordes’ en ‘murs.’ En dan krijg je óók nog spaghetti na afloop.

De Hastrail (naast de 33km is er ook een 16km, zie www.latitude3.be) wordt gelopen vanuit Heer-sur-Meuse, gemeente Hastière. Dat is gelegen ten zuiden van Dinant (voor de klimmers onder ons: pal onder Freyr). Wel een takke-eind rijden, en dat is dan meteen (spoiler alert) het enige minpuntje dat ik kan verzinnen. In de auto hebben we ruim de tijd voor een voorbespreking. Ik heb het idee dat Jos ons, min of meer toevallig, weleens op het spoor kan hebben gezet van een pareltje onder de trails. Bas zegt dat wij dan kennelijk de zwijnen zijn. En zwijnen zijn we en zullen we, vandaag.

De eerste kilometers gaan zo’n beetje parallel aan de Maas, en zijn goed om in het ritme te komen. Jos en Bas lopen een stukje voor me uit, en ik doe geen moeite hen bij te houden. Al m’n zintuigen staan open. Door omstandigheden (een blessure, wat anders) is dit pas de eerste keer dit jaar dat ik buiten Nederland loop. Ik ben blij. Na 2 kilometer gaat het steil omhoog, de rust is voorbij. 140 meter in ongeveer 0,7 kilometer. 20% dus. Hoppa. Bas is ervandoor gegaan en Jos en ik lopen nu een poosje bij elkaar in de buurt. Jos is verkouden, en als ik hem voorbij ga, hoor ik aan zijn ademhaling dat het hem vandaag niet makkelijk afgaat. Na een poosje moet ik echt even van het parcours af om mijn blaas te legen. Als ik op de route terugkeer, moet ik net een kleine meute voor me laten, terwijl we beginnen aan een lastige afdaling. Een opstoppinkje, en: aha, dit is dus wat ze onder andere bedoelen met dat ‘TRES technique.’

De 33km beslaat twee rondes: een van 22 en een van 11 kilometer. Over de eerste, lange, mag je maximaal 4,5 uur doen. In mijn naïviteit dacht ik aanvankelijk dat we over de hele route ongeveer 4 uur zouden doen. Later paste ik die verwachting wat aan, maar nog steeds dacht ik de eerste ronde binnen de 3 uur te kunnen lopen. Ruim 7 km/u zou toch wel te doen moeten zijn? Ha! Op een gegeven moment kijk ik op mijn horloge. 6,5 kilometer afgelegd. Tijd onderweg: 1 uur en 7 minuten. Er is niet veel hersenactiviteit voor nodig om in te zien dat dat geen 7 km/u is. Voorlopig laat ik mijn verwachtingen los. Over de limiet hoef ik me vast geen zorgen te maken en verder zie ik wel.

Het terrein is pittig, vind ik. We maken veel hoogtemeters, de klimmen zowel als de afdalingen zijn regelmatig behoorlijk steil, maar ook lopen we veel door terrein waar geen paden zijn. Ik neem m’n tijd voor de afdalingen. Een tijdlang loop ik achter een jonge vrouw aan. Een vrijwilliger die we tegenkomen, zegt tegen haar hoeveelste vrouw ze is. Ik meen ‘quatrième’ te verstaan. Dan loop ik dus op vijfde positie. In de derde of vierde klim waarin ik haar achtervolg, denk ik te merken dat ze het zwaar krijgt. Het verbaast me niet dat ik haar niet meer terugzie wanneer ik haar eenmaal gepasseerd ben.

We zijn inmiddels een stuk naar het noorden gelopen, en ik kom op bekend terrein. We zitten nu vlak bij Freyr en de route loopt door een kloof waar ik in het verleden al enkele malen (destijds niet helemaal legaal, vrees ik) doorheen gekomen ben. De organisatie van de Hastrail heeft toestemming voor het betreden van zeven van dergelijke privégebieden. Het is werkelijk razend mooi hier. Ik voel me gelukkig – of zei ik dat al? Als ik onder de rotsen doorloop en dan door het bos weer omhoog mag klauteren om de kloof te verlaten, zie ik Jos onder me lopen. Ik vraag hem hoe het gaat en hij geeft aan te overwegen om na de eerste ronde te stoppen. Helaas, de initiatiefnemer van ons dagje buitenspelen moet zelf opgeven. Het wordt zijn eerste DNF en hij is er laconiek onder.

Na 2 uur en een krap kwartier ben ik bij de verzorgingspost op 13 kilometer. Die is royaal voorzien van allerlei zoets en hartigs. Ik zie iets verderop nog net de vrouw die voor me loopt. Mocht ze instorten, dan heb ik een kans dat ik haar nog inhaal, anders niet. Ik pauzeer er geen seconde minder om en ga me te buiten aan borrelnoten, een niet zo geheime verslaving van me. Meer behoefte aan zout dan aan zoet. Het is warm. Er wordt ons 3 kilometer vals plat beloofd. Betonplaten, zo’n Ardense hoogvlakte (die ik persoonlijk niet zo fraai vind), maïsvelden en windmolens. Ik zou het misschien fijn moeten vinden om even gewoon te kunnen hardlopen, maar zo lekker gaat dat nou ook weer niet als het vals plat omhoog gaat. Ik wissel een dribbel af met toch-maar-weer-een-stukje-wandelen, en ben blij als we het bos weer worden ingestuurd, voor wat eerlijke paden, onduidelijke sporen en de totale afwezigheid van beide. Gelukkig is de markering grandioos en foutlopen daardoor zo goed als onmogelijk.

Iets meer dan 3,5 uur heb ik uiteindelijk nodig voor de eerste ‘boucle.’ De winnaar is dan al binnen, maar daar heb ik gelukkig geen weet van. Idiote snelheden lopen dat soort types. De tweede ronde zou minder technisch zijn, zo is ons beloofd, maar bevat in verhouding ongeveer evenveel hoogtemeters als de eerste. Vrijwel direct krijgen we weer een lange stijging voor onze kiezen. Deze keer ben ik wel degelijk blij als we daarna een stukje mogen en kunnen hardlopen, maar nu gaat het vals plat dan ook naar beneden. Ik smaak het genoegen in deze tweede ronde om wat mensen op te kunnen rapen, zoals dat dan heel stoer heet. Alleen maar mannen, jammer genoeg. Niet iedereen heeft z’n krachten goed verdeeld. Overkomt mij ook regelmatig, maar vandaag lekker niet. Het heeft natuurlijk voordelen om als ultra een kortere afstand te lopen. Als ik net bedenk dat hardlopen toch ook zo z’n charme heeft, sta ik alweer onderaan zo’n fijne ‘muur.’ Gevoelsmatig is het de langste van de hele loop. Niks pad, gewoon recht omhoog. Ik werk me met m’n stokken naar boven en laat het touw dat er hangt voor wat het is. Dat bevalt mij beter. Holy moly, ze hebben wel echt hun best gedaan de route zo zwaar mogelijk te maken.

Na het slechten van deze hindernis is het ergste leed geleden. Nog een klein stukje over zo’n vlakte. Nu regent het opeens even, en de stevige wind maakt het ook meteen vrij fris. Weer windmolens, maar dit stuk vind ik desondanks niet zo lelijk. De verzorgingspost die hier staat, sla ik over. Ik heb zelf water genoeg bij me en behoefte aan eten heb ik ook al niet na al die borrelnoten. Nog een paar fraaie kilometers door het bos volgen. De man die voor me loopt en die ik als lokaas hoop te kunnen gebruiken, loopt jammer genoeg bij me weg en vergroot zijn voorsprong op me. Heel irritant. We komen het bos uit op hetzelfde punt als waar de eerste ronde het bos uit kwam. Dezelfde vrijwilligers staan er nog, en die sturen me nu rechtdoor. Nog 800 meter, zegt een van hen. Ja, dat klopt, maar wat hij er niet bij zegt, is dat ik nog even het water ingestuurd word. Je mag kiezen: van de glijbaan af of via de keukentrap die ernaast staat. Die glijbaan is maar kort, maar ik vind ‘m best steil en kan totaal niet overzien wat er gebeurt als ik ervan af glij. Verstuik ik geen enkel? Plons ik met kont en al in het water? Ik voel me een beetje truttig, maar verkies de keukentrap. En tja, ik vind het niet erg hoor, natte voeten, en ik heb geen principiële bezwaren tegen waterdoorsteekjes in trails, maar dit is er zo een die ik er wel een beetje met de haren bijgesleept vind, zo 400 meter voor de finish. Oké, toch een minpuntje dus. Maar goed, ook daar hebben de organisatoren natuurlijk plezier in gehad, om dit te verzinnen. Het zij hun daarom vergeven.

Jos staat me voor de finish op te wachten om een paar foto’s te schieten. Bas is natuurlijk al lang binnen, al heeft die er vanwege kramp langer over gedaan dan hij ‘normaal gesproken’ zou hebben gekund. Als ik over de finish ben, begint organisator Vincent direct over de prijsuitreiking. Eh, maar ik was toch vierde? Blijk ik nog derde vrouw geworden te zijn ook. Blij dat ik dat onderweg niet wist, want dan had ik die positie tegen wil en dank nog willen vasthouden ook. Liever loop ik in totale onwetendheid. Vrouw nummer twee heeft duidelijk geen inzinking gehad, want zij finisht meer dan een kwartier voor mij.

Hartstikke leuk vind ik het hoor, om een podiumplaats te hebben en (in dit geval) een prachtige bos bloemen en een loopshirtje mee naar huis te mogen nemen, maar ik vind het ook haast een beetje gênant. Man nummer vier finisht in 3 uur en 47 minuten. Ik heb 5 uur en 8 minuten nodig. Hij komt niet op het podium, ik wel. Natuurlijk snap ik wel dat vrouwen in absolute zin over het algemeen langzamer lopen dan mannen. Ik vind het ook niet meer dan terecht dat vrouwen een eigen klassement krijgen. Maar dit soort tijden staat in geen verhouding tot elkaar. En dat is geen valse bescheidenheid. Ik weet zo’n beetje wat ik waard ben, en daar ben ik serieus tevreden over (eh, nou ja, het is eigenlijk meer een kwestie van me erbij neerleggen), maar feit is nu eenmaal dat de concurrentie bij de vrouwen bij dit soort lopen vaak beduidend kleiner is dan bij de mannen. In elk geval was dat vandaag het geval.

Maar goed, dit alles geheel terzijde. Wat telt, is dat dit een geweldige loop is. Werkelijk een parel, en wij waren de zwijnen die, anders dan het gezegde wil doen geloven, deze parel wel degelijk op waarde wisten te schatten. Onvoorstelbaar dat wij de enige Nederlanders waren. Als je nou eens volgend jaar in dit weekend niet iets dringends te doen hebt in Chamonix en omgeving, of als je zo langzamerhand wel bent uitgekeken op de drukte bij en populariteit van sommige andere Ardennenloopjes, als je niet bang bent voor stevig wat hoogtemeters, als je bij de term ‘single tracks’ spontaan begint te gapen, als je bovendien spaghetti lust, zou ik zeggen: schrijf je in voor de Hastrail. Een van de fraaiste die ik tot nu toe heb gelopen.

Veel dank aan de enthousiaste organisatie, de talrijke vrijwillers en aan mijn beide reisgenoten. Het is een schone dag geweest.

Stranger than Paradise - PTL 2017

$
0
0

Nog een PTL? Wat bezielt me? Teaming is niet mijn ding. Ik heb besloten het wel mijn ding te maken. Dit wordt een 300 km lange oefening ont-ikken. Jonathan Koutstaal vormt met mij het team ‘Tais-toi et rame’ (Bek houden en doorroeien!) in de PTL, de Petite Trotte a Leon, een alpiene race over ongeveer 300 km en 26.000 hoogtemeters, deels over trails.

Nacht één
Na een start in Chamonix om 9 uur in de ochtend van maandag 28 augustus lopen we in het laatste daglicht de Mont Buet op. The first day sucks! Het duurt altijd even voordat de machine draait. Het weer is prima, maar ‘het’ wil niet. De benen, de kop, het lijf, de maag. Op de top van de Buet staat Jonathan op me te wachten met zijn i-foto-bel-navigatie-internetding in zijn hand. Jonathan is jong. Jonathan is  technicus, hij denkt binair, zegt hij. Jonathan had gelukkig geen problemen met de kabelpassages net iets voor de top. Ik maakte dat wel eens anders mee in eerdere PTL’s. De laatste hoogtemeters van de 3000 meter hoge Mont Buet nekken me nog net niet, maar de toon is gezet. 


​Buet

Anderhalf uur later is het donker als we bij Ski Roc aankomen, het eerste steunpunt in de race. We zitten op km 40. Zonder dat het helemaal de bedoeling is hangen we redelijk vooraan in het klassement, voor wat dat waard is. We eten wat. Ik verzorg de rug van Jonathan, die nu al open ligt van de wrijving van zijn rugzak op de huid. We gaan een half uurtje liggen op een stretcher, van slapen komt het niet in het rumoerige slaapzaaltje. Het is meer preventief rusten en we zijn zo snel dat we tijd genoeg hebben. 

Zwitserland inmiddels. Die nacht wordt de Fenetre d’Arpette (2700 m) op km 65 zowat mijn Waterloo. Ik snak naar adem als een vis op het droge, boven de 2200 m. Ik heb het gevoel ergens hoog in de Himalaya op 6000 m hoogte te lopen. Flashbacks krijg ik naar een documentaire van Han, die met pijnlijke precisie mijn martelgang naar de Cabane de Valsorey (3000 m) vastlegde tijdens de Haute Route die ik met Gideon liep in 2014. Drie stappen. Rust. Drie stappen. Rust. De betere zelfvernietiging. 

Jonathan wacht geduldig op me, ik voel me een beetje schuldig. Waarom ben ik toch zo traag vandaag? Ik probeer op de col (2700 m) wat te eten, maar krijg maar een paar hapjes binnen. Algehele malaise. Nog 235 km to go. De zon komt op. Een magistraal begin van de dag, voor ons gloeit een bergkam oranje in het ochtendlicht. We dalen af in PTL terrein: onstabiele meuk, maar ik ben allang blij dat ik even niet meer naar boven hoef.


Fenetre d’Arpette

Rond het middaguur zijn we beneden in het dal nabij La Fouly waar Ienske en Bob van der Weg ons pannenkoeken met spek voeren. Ik eet. Ik leef. Ik doe het weer. De deur naar wederopstanding was simpel: een uurtje slaap in Cabane d’Orny enkele uren na de Fenetre d’Arpette deed wonderen. 


Uitzicht vanaf Orny

Nacht drie
Gérer les nuits, de nachten goed doorkomen. Dat is de sleutel van de PTL. Nacht een en twee zijn nog redelijk te overzien. Maar als je in nacht drie je ritme nog niet gevonden hebt gaan de dingen gruwelijk ontsporen. Na een kort bezoekje aan de Riffugio Deffeyes (Italië) aan het begin van de vierde avond krijgen we een Frans en een Italiaans team in ons kielzog. We lopen rond de vijfde plek op dat moment. Ruim een etmaal daarvoor is het weer omgeslagen. De eerste 50 uur waren qua weer  prima. Droog en redelijk zonnig, met aangename temperaturen. Inmiddels hebben we een paar stevige onweren over ons heen gekregen en kilometers moeten navigeren door mist en regen. Vooral in de nacht kan dat spannend zijn. Een aantal technische passages zijn daarom vervangen door wat bonus kilometers over iets minder geëxponeerd terrein. Zelf hebben we liever die technische stukken via ferrata, dat is wel zo prettig voor de afwisseling. Maar de omleidingen die we moeten maken blijken erg mooi en eigenlijk ook nog best uitdagend. Het stuk van Deffeyes (Italië) naar de refuge Ruitor in Frankrijk gaat weer over een pas van 2700 m en passeert een lang blokken terrein bij de meertjes van Tachuy. 

Opeens geeft mijn gps aan dat we aan het einde van de track zitten. Ik stop en druk op wat knoppen, maar het paarse lijntje dat ik al 200 km volg is verdwenen! Ik probeer een aantal logische oplossingen voor het probleem te vinden maar niets helpt. We overleggen met de twee teams achter ons. De Italianen hebben vanaf Chamonix pas een half uur geslapen en zijn nauwelijks aanspreekbaar. Ze hallucineren zwaar en vechten tegen demonen en schreeuwen een paar dingen die ik niet begrijp. Ze zien er verrot uit. De Fransen daarentegen zijn helder van geest. Ze proberen de PTL organisatie te bellen, maar er is hier boven geen bereik.  Jonathan is ook vrij helder. Hij tovert de route op zijn i-foto-bel-navigatie-internetding. Hij en één van de Fransen die de route op zijn horloge heeft, geven de richting aan waarin ik moet lopen. Ik probeer de makkelijk te belopen delen van het terrein op te zoeken. De samenwerking tussen de teams werkt perfect en we klussen ons via de hoge col die de grens vormt en een canyon aan de Franse kant van de col een weg naar de Ruitor hut. De Frans- Nederlandse samenwerking geeft een kick. We kloppen elkaar op de schouder als we de hut binnenlopen. De Italianen komen iets later uitgeteld binnensloffen en vallen aan tafel in de hut meteen in slaap. De hut heeft geen eten, de baas van de hut geeft ons een kop thee, meer is er niet. Het verwerken van tegenslagen maakt een mens geestelijk sterk. We slapen een uurtje op de matrassen beneden in de kelder en gaan door. Opnieuw de regen in. Het went, dat vocht.

Gemiddeld slapen we nog geen twee uur per nacht binnen. We vullen dit op droge momenten aan met micro siestas van twee tot tien minuten buiten, in het gras, op een plat rotsblok, op het pad.

Als we weglopen uit de hut merk ik al snel dat we toch net niet genoeg hebben geslapen. De eerste nacht dreigt zich te herhalen, maar nu in de stromende regen. Ik voel me miserabel. Ik deel het met Jonathan. ‘Ok, I’ll do the job tonight’, zegt hij. En hij voert ons de volgende col op. In de afdaling die volgt ben ik gebroken. Ik moet even liggen, liefst droog. Ik herinner me een bouwval een paar honderd meter lager. We vinden het ding en gaan binnen liggen op een stapel golfplaten. Het is niet comfortabel, maar wel droog en er is geen wind. Jonathan geeft me twee cafeïne pillen. Na een paar minuten te hebben gelegen dalen we op de cafeïne verder af en klimmen we via 700 m steile skipistes naar onze laatste base vie op de Kleine Sint Bernardpas. Inmiddels is het weer dag. Toch besluiten we even de tijd te nemen voor een uur slaap en een goed ontbijt met polenta en konijn die op het menu staan in het Hospice du Petit Saint Bernard. Hetzelfde voer als twee jaar geleden met Renske en Ernst Jan, op deze plek. 

De PTL volgt ieder jaar een totaal verschillend parcours en meestal wordt de richting van het parcours ook omgekeerd. Maar er zijn een paar punten die de PTL altijd wel aandoet. 

Tijdens het eten klets ik wat met Lucio Trucco, de berggids die de minder snelle lopers begeleidt op de moeilijkste passages. Zo voor in de race kom ik hem weinig tegen. Voorgaande jaren waarin we altijd aan het vechten waren met de tijdslimieten was Lucio een belangrijk steunpunt. ‘Kom je me volgend jaar helpen?’ Vraagt Lucio. ‘Ik kan wel wat support gebruiken bij het begeleiden van lopers in die via ferrata’s, zeker ‘s nachts’. Ik ga gretig in op de uitnodiging. Next level, zeg maar. ‘We spreken er in Cham nog wel over’, zegt hij. ‘Ik moet nu snel naar de lacs de Tachuy omdat het daar een zootje is geworden en iedereen verdwaalt.’ Na de Frans- Nederlandse navigatie samenwerking is het dus niet meer goed gekomen op de Italiaans-Franse grens. 

De laatste nacht
De vijfde nacht is een bitch. Inmiddels is het gaan sneeuwen. De afgelopen etmalen regen maakte het erg zwaar. Inmiddels is een groot aantal teams uit de race gestapt. Op een hoge pas waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren komen we in een sneeuwstorm terecht. Het is koud, en in de mistige sneeuwstorm is het niet te zien waar we heen moeten. Ik heb geen idee of er een pad is of niet. De bundel van mijn lamp weerkaatst in de sneeuw en de mist, ik duizel. Om meer zicht te hebben neem ik de lamp van mijn hoofd. Als ik vanaf heuphoogte naar de grond schijn zie ik iets meer, ik meen een pad te ontwaren. Ik zoom mijn gps in en volg de track op de meter. Met een lamp in mijn rechterhand en een gps in mijn linkerhand loop ik te kloten met mijn stokken, onder mijn oksel. Ik kan op dit moment nog wel een paar handen gebruiken. En een staart. En een helder hoofd. Ik ben toch een beetje paniekerig op dit moment. Het is hier niet pluis, ik wil hier zo snel mogelijk weg. Jonathan reageert koel. Gelukkig neemt hij mijn gepaniekeer niet over. Wat heeft het ook voor zin om te stressen? ‘We moeten gewoon geen fouten maken’, herhaalt hij de mantra die ik al dagen uitkraam. Op mijn bek getimmerd met mijn eigen wijsheden. Ik word er rustig van.

We komen uit op het UTMB parcours dat naar de Col de Bonhomme klimt. We zien het schijnsel van de UTMB reflectoren, het is onwerkelijk. Maar het is ook wel zo handig eigenlijk, die nachtmarkering, alsof er een A2 is aangelegd. Sneeuw is hier iets lager inmiddels weer overgegaan in regen. Achter elkaar trekt het hele UTMB klassement aan ons voorbij naar boven, terwijl wij afdalen. Jonathan wil ze allemaal nog ruimte geven. Ik heb meer de instelling dat ze ook wel wat rekening mogen houden met ons. Inmiddels hebben wij al een pak meer gelopen dan zijn zullen doen. Als een van de UTMB-ers me bot met zijn stokken in mijn maag port krijgt hij een hook terug. Geheel per ongeluk natuurlijk.


Klim naar Rognon 2.200m


Rognon afdaling

De nacht eindigt uren later na de Col Joly en de Mont Joly en wat bergtopjes ertussen. Een bordje op een van de toppen is helemaal verijsd. Ik veeg een laagje ijs weg van het scherm van mijn gps. Het is erg koud, guur weer. Ik ben er wel klaar mee en mopper. 

De laatste dag breekt aan. Beneden in Les Contamines laden we ons op voor de laatste klim van 1500 meter. We missen de koffiepost in Champel. Na een paar uur droog stoempen is het weer gaan regenen en het is zo koud dat het langzaamaan wit wordt om ons heen. Op 2200 m blijft de sneeuw liggen, ook op het pad. We zijn op weg naar het laatste stukje dat in het roadbook als ‘dificile’ is omschreven: Les Rognes. Op 2400m kijken we elkaar aan. Is het nog wel een goed idee om nog 300 meter te stijgen als hier al zo’n pak sneeuw ligt? Het waait hard en het sneeuwt. Het pad is hier nauwelijks nog te volgen en we hebben geen zin om onder deze omstandigheden door het terrein te lopen. We keren terug. Op weg naar de refuge ‘Nid d’Aigle’ komen we het team tegen dat achter ons loopt. Zij lopen wel door naar boven en halen ons met enkele woorden over om dat ook te doen. Er is een bivak daarboven. Daar kunnen we altijd schuilen als we in problemen komen. We vervolgen toch maar onze weg naar boven. Onze voorgangers zijn veel sneller en we zijn ze snel kwijt. 

Boven aan het begin van het technische stuk breekt de zon door. We staan boven aan een redelijke steile rotswand, pal boven het Chamonix dal. Onder ons zien we les Houches en Chamonix liggen. We staan in een vers pak sneeuw van 15 cm. Het is een magisch landschap. 

De afdaling is makkelijk te navigeren, maar een paar steile met kettingen en ladders afgezekerde passages maken het in de sneeuw best spannend, hoewel we nergens in de problemen komen. Het is vooral erg gaaf om in de finale van deze PTL waarin alle puzzelstukken op hun plek vallen en we telkens de juiste beslissingen hebben genomen door zo’n landschap te dartelen. Jonathan is er in het bovenste deel van de afdaling nog even niet heel erg enthousiast over. Zeker niet als hij voor het eerst van zijn leven microspikes moet onderdoen en daarmee gelijk door een rotswand mag traverseren. Maar als de hoofdproblemen voorbij zijn kan ook hij ervan genieten. 

Er resten ons dan nog duizend meter afdalen en een uurtje over vlak terrein naar de finish. We zijn gesloopt van 127 uur lopen waarvan we ongeveer 9 uur sliepen. We zijn euforisch omdat het allemaal klopte deze keer. En omdat dit resulteerde in een mooie eindtijd. De PTL kent geen officieel klassement, maar we zijn er best trots op dat er slecht vier teams voor ons onder de finishboog in Chamonix door lopen. 

Daar bij de finish wordt het emotioneel. Gabriëlla, Jonathans wederhelft, is die ochtend vanuit Hilversum naar Chamonix gereden met hun drie kinderen. Fabian, Loïcq en Franca wachten pa op. Tranen, een familieportret onder de finishboog, omhelzingen. Heerlijk om het van afstand gade te slaan en er zelf even niet meer toe te doen. 

En dan is er – na zes weken droogte – bier! Een dag later bel ik met mijn derde PTL-koebel de ziel uit mijn lijf op het UTMB podium bij de finish, waar na de UTMB prijsuitreiking alle PTL-ers samendrommen. In tranen omhels ik enkele vrijwilligers en knijp ik Jonathan in zijn arm. 

De PTL, Stranger than Paradise. Het was goed, en nu is het klaar!

Niewe NS Trailroute: de KennemerlandTrail

$
0
0

Twee maanden geleden introduceerde we de eerste NS Trailroute. Van station Dieren naar station Arnhem. Een route over de Veluwzoom, de Posbank en de parken van Arnhem. De tweede NS Trailroute die we lanceren is de KennemerlandTrail. Een kust- en duinroute, van station Zandvoort naar station Santpoort-Noord. Vriendelijk in het aantal kilometers, erg fraai in de afwisseling van het terrein. Loopvogel Han Savelkoel ging op pad en ploos het gebied uit om weer tot een mooi geheel te komen!  

Nederland kent ruim 500 kilometer kustlijn. De Kennemerland Trail voert door een van de mooiste stukjes kustnatuur en is daarmee een oer-Hollandse trailervaring. Hoewel Nederland grotendeels vlak is, mag je je op deze korte tocht verheugen op enkele pittige klimmetjes. Je start letterlijk op zeeniveau en het hoogste punt is maar liefst 45 meter! Geen alpiene ervaring maar toch voldoende voor een totaal van 135 hoogtemeters.  De Kennemerland Trail loopt langs het strand, door stuifduinen, over duingraslanden en door kenmerkende kustbossages.

Lees meer op de routepagina van de NS KennemerlandTrail

Trail des Dents du Midi – 57km, 3700mD+

$
0
0

Door: Jacolien Schreuder

Er is bouillon en thee, bij de eerste post, maar ik vraag of ze misschien ook koffie hebben. Een andere loper vindt me kennelijk te veeleisend, en begint over warme chocomel. Weet hij veel. Ik heb gewoon wat hoofdpijn door cafeïnetekort. Cola helpt een beetje, maar niet genoeg. Straks maar een koffiegel, nu kan mijn maag de gedachte aan die mierzoete troep nog niet verdragen.

Bij de tent vanmorgen was het te koud, te vroeg, te veel gedoe, om koffie te maken. Thee leek verstandiger, makkelijker ook. Ik vind het al heel wat dat ik keurig netjes ontbeten heb. Het valt niet mee om om kwart voor vier uit het behaaglijke dons van m'n winterslaapzak te kruipen. Het lijkt logischer om het dikke thermoshirt aan te trekken, dat in m'n looprugzak zit voor in geval van nood, dan het dunne 'stay cool' hemdje dat klaarligt. Toch pas ik m'n kledingplan niet aan. Liever een beetje koud bij de start, dan na een paar kilometer al lopen puffen en moeten stoppen om iets uit te trekken. Over het dunne hemdje gaat een ook al dun t-shirt, en mijn armen bedek ik met de losse armstukken. Alleen even voor het begin hè, die gaan natuurlijk al snel naar beneden. Is het idee.

De foto is van donderdagavond, we hebben onze tenten net opgezet. Ook toen moesten de lange onderbroeken al aan, al zie je dat niet direct aan de foto.

We moeten de voorruit krabben. Ik vind dat wel wat hebben. Over cool gesproken. Jos is iets minder kampeerderig dan ik, en is misschien wat minder enthousiast over het ongemak dat de combinatie kamperen en kou met zich meebrengt. Gelukkig heeft ook hij wél een goede slaapzak, zodat de nachten prima te doen zijn. Ook het verwarmde toiletgebouw werkt mee. We zijn uit voorzichtigheid veel te vroeg in het dorp (Champéry, aan de Zwitserse kant van Portes du Soleil). Startnummeruitgifte, materiaalcontrole – het kost bij nader inzien allemaal niet zo veel tijd. Ik had makkelijk een half uur langer in die lekkere slaapzak kunnen blijven liggen. Of koffie kunnen zetten. Het ongemak van bijna een uur kleumend drentelen in de buurt van een startvak, vind ik persoonlijk dan weer wat minder charmant. Of cool. Ik heb m'n regenjas aangetrokken, om nog een béétje warm te blijven. Voor de start stop ik die wel weer weg. In de zakken vind ik een paar oude fleecewanten die ik al een poosje kwijt was. Loop ik daar ook nog voor niks mee te sjouwen, want in mijn rugzak zitten natuurlijk ook al handschoenen. Alsof die rugzak niet al vol genoeg zit.

Na de eerste paar, net niet helemaal vlakke, kilometers, mogen we door een bos omhoog. "Regular, but rather steep," zegt het roadbook. Dat steile valt wel mee. Ik kan Jos niet bijhouden, maar houd hem wel in het zicht, min of meer. Hoger gekomen is het gras berijpt, en het pad zo hier en daar ook bevroren, en dus glad. Attention! Ik bedenk dat dit fijn is: dat je wel voelt dat het wel koud is, maar dat je het zelf niet koud hebt. Maar het is op het randje, moet ik bekennen. Een iets warmere kledingkeuze was op z'n plaats geweest. Het is prachtig helder weer, maar de zon komt nog niet boven de bergen uit. Bij de post dus geen koffie, wel even de steentjes uit m'n schoenen schudden. En samen weer op pad. Nog een klein stukje omhoog, dan mogen we lang afdalen. Eindelijk lopen we in de zon – heel even, dan duiken we de schaduw weer in. Jos verdwijnt achter een paar grote rotsblokken voor een sanitaire stop. Ik loop verder. Moet ook, maar heb daar een eigen plek voor nodig. En misschien gaat het wel over. Maar nee. Als we weer in het bos lopen, zoek en vind ik een goed plekje, en zie vanaf daar na een paar minuten Jos passeren. Ik ga erachteraan. Vind dat ik best snel afdaal, maar de meeste anderen – onder wie Jos – dalen nog wat sneller. Ik heb het nu warm. De armstukken zijn naar beneden en hangen op mijn polsen, de lange broek voelt onaangenaam. Bij de volgende post verkleden?

In Vérossaz (25km) duurt het even voor ik Jos gevonden heb. Hij staat wat opzij zijn korte broek aan te trekken. Mooi, doe ik dat ook. Tot nu toe gaat het goed. Tijdens de afdaling moet ik even denken aan de Echappée Belle vorig jaar – no way dat je daar zo'n tijd achter elkaar gewoon kon hardlopen. Ik niet althans. Niet te vergelijken. Ik dwing mezelf een koffiegel te nemen. De koffiesmaak is lekker, de cafeïne verdrijft inderdaad de lichte hoofdpijn, maar verder? Zoete drab. Het is sowieso weer zo'n dag waarop ik met bijna al het eten dat ik heb meegenomen arriveer bij de finish. Het verse brood met kaas (wat hebben ze daar in Wallis lekkere kaas!) bij de posten smaakt me veel beter dan al die zoetigheid.

Weer gaan Jos en ik samen op pad. Nog een stuk of acht eenvoudige kilometers, daarna krijgen we een lange, en naar het schijnt steile, klim voor onze kiezen. Een poosje ben ik blij met mijn blotebenenactie. Veel lekkerder dan die lange broek. Al vrij snel heb ik echter door dat het misschien wel lekker is, maar nou ook weer niet per se nodig was. Eigenlijk is het nog steeds behoorlijk fris. In het mooie oude dorpje Mex is gelukkig een waterpunt, want ik heb vergeten bij te vullen in Vérossaz. Ik maak een flesje sportdrank aan en moet een beetje doorlopen om Jos weer bij te halen. Stukje stijgend asfalt, net te steil om hard te lopen. Stiekem vind ik dit misschien nog wel het lekkerst. Waarom ga ik niet gewoon de vierdaagse lopen of zo? We verlaten het asfalt, nog een klein stukje dalen, en dan mogen we een paar uur aan de bak om op de Col du Jorat te komen. Gestaag stijgend gaat het omhoog. Hier komen ons de eerste wedstrijdlopers, die 3 uur later zijn gestart dan wij, voorbij. Het verschil in snelheid is groot. Toch kan ook ik hier wat mensen inhalen – niet doordat ik zo snel ben, maar doordat ik dat gestage omhooglopen wel redelijk lang kan volhouden. De losse mouwen zijn allang weer omhooggeschoven, en ik heb inmiddels ronduit spijt van mijn broekwissel. Het eerste wat ik doe als ik bij de post van Salanfe ben (een paar honderd meter onder de col, bij een groot stuwmeer), is die lange broek weer aantrekken. Een mooie gelegenheid om ook weer even de rotsteentjes uit mijn schoenen te schudden. Jammer genoeg trek ik hier ook mijn rugzak kapot, en vergeet ik nota bene wéér om water bij te vullen. Of denk ik dat het niet nodig is? Ik merk na vertrek al snel dat mijn waterzak leeg is. Ik heb nog een half flesje sportdrank.


En deze foto is van vrijdagmorgen. Het uitzicht vanaf de camping. De start op zaterdagmorgen is om 6 uur – in het donker dus.

Gelukkig is de volgende en laatste klim een eitje. Toch? Eerst kost het stuk langs het meer me al veel moeite. Mijn benen lijken te willen onderstrepen wat ik al zo vaak bedacht heb: eigenlijk kan ik dat helemaal niet, hardlopen. Ze willen niet meer, hebben zo hun best gedaan om me boven op die col te brengen, maar nu zijn ze er een beetje klaar mee. Ik ben blij als we weer omhoog mogen, zodat ik over kan gaan op wandelen. Die blijdschap is van korte duur – ik ben, geloof ik, een beetje moe. Jos ook. Gedeelde smart. Die lange broek was een goed idee, maar er staat hier zo'n venijnig koude wind dat we stoppen om onze regenjassen aan te trekken. Jos is zo verstandig om ook een gel te nemen, maar ik zie dat niet zitten – ook al niet omdat ik geen water meer heb om hem mee weg te spoelen. Ik heb nog een halve cliffbar – die eet ik later wel op. Ik loop weer een beetje bij Jos weg; wil hier niet stilstaan, of inhouden. Moet alle zeilen bijzetten om niet te veel af te koelen. Het sneeuwt licht. Nadat ik mijn regenjas aangetrokken heb, merk ik al vrij snel dat ik ook mijn handschoenen had moeten pakken. Maar verdorie, die zitten helemaal onder in mijn rugzak, keurig in een waterdichte zak, bij dat warme thermoshirt. Daar heb ik nou echt geen zin in, om die te pakken. Dan bedenk ik dat ik die oude fleecewanten vanmorgen in mijn zakken vond. Mazzel! Ik moet een beetje wurmen om mijn handen door de polslussen te krijgen met die dingen aan, en ze zijn wat onhandig bij het een stukje opentrekken (in de luwte) en weer helemaal dichttrekken (vol in de wind) van de rits van mijn jas, maar ik houd lekker warme handen.

Oké, het lopen gaat dan misschien niet helemaal meer van harte, maar dit is wel het leukste deel van de route. Eindelijk niet meer het uitzicht over zo'n breed dal, maar gewoon omgeven door de bergen. Als ik zou kunnen kiezen, zou ik altijd voor mooi, helder en droog weer kiezen, maar nu de omstandigheden iets minder aangenaam zijn, vind ik juist dát weer leuk. Echter, of zo. Stoerder. Net als dat kamperen met kou. De Susanfe-pas is het hoogste punt van de tocht, op ± 2500 meter. Er is geen uitzicht om van te genieten, en behaaglijk is het ook niet bepaald, dus ik loop snel door. In de afdaling begin ik pas echt te merken dat ik door mijn energie heen ben. Ik glijd een keer uit in de modder, ik begin wat te struikelen en te zwikken. Een veeg teken. Regelmatig moet ik even aan de kant om een wedstrijdloper voorbij te laten gaan. De vele (erg vele) wandelaars die omhoog komen, doen op hun beurt juist weer een stap voor mij opzij. Iedereen moedigt ons, hardlopers (nou ja...) aan. De Pas d'Encel is afgezekerd met een ketting en vergt wat klauterwerk. De ketting laat ik links hangen – ik heb liever gewoon rots onder m'n handen. Als het droog zou zijn, zou ik hier iets meer van genieten dan ik doe van deze nattigheid. De snelle jongens (v/m) springen hier met benijdenswaardig gemak naar beneden, maar ik ben allang blij dat ik geen angst voel in dergelijke passages.

Bij de laatste post komt Jos aanlopen als ik net zo'n beetje weer weg wil gaan. Hij snaait heel snel wat en opnieuw vertrekken we samen. Dit afdalen kan Jos sneller dan ik (hardlopen, hè), maar hij wil bij mij blijven om samen te finishen. Dat is fijn. Mijn bovenbenen zijn pijnlijk genoeg om weinig tempo meer te kunnen maken, al is het parcours nu niet lastig meer. We komen uit vlakbij de camping, en voorbij de stoeltjeslift gaat het pad een stukje omhoog. Hè hè, gelukkig weer even wandelen. De laatste kilometer gaat door het dorp, en die moet natuurlijk wél hardlopend worden afgelegd. Al is het alleen al vanwege alle mensen die ons aanmoedigen. Het is een en al drukte en gezelligheid in Champéry. Jos en ik gaan gezamenlijk de finish over na 11 uur en 21 minuten.

Ik heb het warm in mijn regenjas.

Dolomiti di Brenta: mijn eerste trail in de bergen

$
0
0

Eva de Vos over haar deelname aan de MST Dolomiti di Brenta Trail


Met een groep van zo’n dertig deelnemers reisde MST begin september af naar het noorden van Italië voor de Dolomiti di Brenta Trail. Voor Eva de Vos uit Nuland (37) was het haar eerste bergtrail.

“Dit wil ik een keer doen in de echte bergen!”‘Ik was in mei voor een trailreis in Schotland waar we elke dag de Highlands op en neer renden. Dat zijn natuurlijk maar heuvels maar dat omhoog en omlaag vond ik zo gaaf dat ik dacht: “Nu wil ik een keer trail in de Alpen lopen!”

Aangemoedigd door Adele (Verleg je grens) die zei dat ik dat wel kon, ben ik thuis meteen naar op zoek gegaan naar een mooie race. Zo kwam ik bij de MST-reis naar de Dolomiti de Brenta Trail. Wat me over de streep trok, is dat je met een hele groep gaat. Dat leek me gezellig en dat was absoluut ook het geval. Je komt in gesprek met andere trailrunners en hoort hun ervaringen. Heel inspirerend, zeker voor mij met weinig bergervaring.’

Wedstrijdspanning
‘Ik doe nog maar kort aan trailrunning. Dit jaar heb ik wel grote sprongen vooruit gemaakt. Begin 2017 had ik nooit meer dan 25 kilometer gelopen en in augustus had ik al drie trails van dertig kilometer in de benen. Nu had ik me echter opgegeven voor een afstand van 45 kilometer met ruim 2800 hoogtemeters.

Tijdens een verkenningsloopje, de dag voor de race, begon ik toch wel te twijfelen of ik het fysiek aan zou kunnen. Ik maakte me vooral zorgen of de gestelde tijdslimieten haalbaar voor mij zouden zijn. We waren met de hele groep naar de hut gelopen die je tijdens de race als laatste passeert. Mooie vergezichten bleven helaas uit omdat het niet strak blauw was.Zo kwam je echt al echt in de stemming en iedereen was diep onder de indruk van het prachtige gebergte om zich heen. De spanning steeg.’

Steil en ruig gebergte
‘Gedurende race voelde ik dat het gewoon goed zat met mijn lijf en de tijdslimieten bleken prima haalbaar. Daardoor kon ik relaxter lopen en nog meer genieten. De Dolomieten zijn heel erg steil en ruig. Dat vind ik gaaf. Mooie vergezichten bleven helaas uit omdat het niet strak blauw was. Laat ik het zo zeggen: “mijn zonnebril kon in mijn rugzak blijven.” Maar de hoge rotswanden die links en rechts van me uit de wolken opdoemden, maakten het ook wel weer mysterieus.

Net voordat je aan de slotafdaling begint, krijg je eerst nog een hele steile klim. Zigzag omhoog. Letterlijk hoogtepunt van de race voor mij was dat ik daarboven stond. “Yes! Ik heb het gehaald, ik hoef nu alleen nog “maar” vijftien kilometer te dalen.”

Naar beneden kon ik een man van de organisatie volgen. “Die moet ik bijhouden”, dacht ik. En zo stoven we over de kleine paadjes naar beneden. Springend van rotsblok naar rotsblok. Dat gaf echt een kick.

Ik houd van technisch lastig terrein, waarbij je goed moet kijken waar je je voeten neerzet. Dat maakt trailrunnen juist zo uitdagend voor mij. Alhoewel ik af en toe wel eens dacht:

“Oei, dat ging maar net goed.”

Gewoon doen
‘Uiteindelijk ben ik in tien uur en een kwartier gefinished. Drie uur eerder dan verwacht. Deze reis naar de Dolomieten was voor mij dan ook heel motiverend. Ik ben al naar een volgende bergrace aan het kijken! Tegen anderen zou ik willen zeggen: “Laat je vooral niet tegenhouden als je alleen ervaring hebt in vlakker terrein. Lopen in de bergen is zo’n andere dimensie.” Ik dacht vooraf ook: “Hoe kan ik in godsnaam 45 kilometer lopen, terwijl ik nooit meer dan dertig gerend heb?” De overweldigende natuur en de positieve sfeer die uitgaat van de groep doen heel veel met je. Ga het gewoon doen. Het is supermooi!’


Een paar stellingen voor Eva:

Omhoog of omlaag? ‘Vind ik allebei even leuk. Naar beneden is wel dynamischer. Omhoog ben je meer met jezelf bezig.’

Lange of korte races? ‘Ze worden steeds langer. Dit was mijn record. Maar een mooie tocht is voor mij belangijker dan de afstand. Daarom verwacht ik niet dat ik ooit “een honderd” ga lopen, maar zeg nooit nooit.

Met of zonder stokken? ‘Met! Vrienden van mij die niks met trailrunning hebben, vragen altijd of ik ga nordic walken. En dan zeg ik gewoon ja.’

Water of energiedrank? ‘Water. Dat heb ik altijd in mijn rugzak zitten. Alleen bij de posten drink ik wel eens energiedrank of zoete thee.’

Zon of regen? ‘Toch wel de zon. Het was heel mysterieus met die wolken. Maar het is nog mooier als je ver weg kunt kijken. En ik kan goed tegen warmte.’

Alleen of samen lopen? ‘Samenlopen is leuk en gezellig, maar ik pas mijn eigen tempo er niet op aan. Maar doordat je met een groep gaat kom je onderweg altijd wel weer een bekende tegen.’

Bridge to Bridge Trail / race report

$
0
0

Bridge to Bridge Trail / een nieuwe manier van herdenken

Op 9 september organiseerde MudSweatTrails een try-out versie van de Bridge to Bridge Trail. Tijdens deze trail loop je dezelfde route die de geallieerde militairen tijdens Operation Market Garden hebben afgelegd. Deelnemer Vincent Bronkhorst deelde na afloop zijn ervaringen met ons.

Eerst even een lesje geschiedenis. Operation Market Garden. Hoe zat het ook alweer? In september 1944 werden duizenden militairen middels een grootschalige luchtlandingsoperatie in vijandelijk gebied gedropt. Het doel was om een bruggenhoofd te maken waardoor de troepen vanuit België snel konden oprukken naar het noorden. Daarvoor was het essentieel dat een aantal bruggen over de rivieren in Nederland veilig werden gesteld. De verkeersbrug in Arnhem was helaas een brug te ver. Van de militairen die in de omgeving van Ede, Heelsum en Wolfheze zijn gedropt, hebben slechts een gering aantal de brug weten te bereiken. De weerstand was te groot en ze konden de brug niet behouden. De geallieerden hebben zich uiteindelijk moeten terugtrekken in de omgeving van Oosterbeek om vervolgens over de Rijn geëvacueerd te worden. September is de maand waarop de gehele operatie, en in het bijzonder de vele slachtoffers, worden herdacht. In 1984, veertig jaar na de beroemde slag om Arnhem, werd de eerste Bridge to Bridge run georganiseerd. In de afgelopen decennia is de battle of the bridges uitgegroeid tot het grootste hardloopevenement van Arnhem. Door een samenwerking tussen de organisatie van Bridge to Bridge en MudSweatTrails werd dit jaar voor het eerst een Bridge to Bridge Trail georganiseerd.

Geschiedenis komt tot leven
Vincent Brinkhorst heeft de Bridge to Bridge run al een groot aantal keer gelopen. ‘Toen ik getipt werd dat er nu ook een trail georganiseerd zou worden, was ik direct geïnteresseerd. Rennen over onverharde paden vind ik nou eenmaal leuker dan over asfalt.’

De deelnemers lopen vanaf de dropzone op de Ginkelseheide (43 km) of vanaf Papendal (28 km) naar Arnhem. Daarbij wordt in grove lijn de opmarsroute van het bataljon van John Frost gevolgd. Onder leiding van deze Britse officier werd in 1944 geprobeerd de Rijnbrug bij Arnhem te veroveren. Tijdens de trail passeer je verschillende historische plekken zoals het Airborne museum, de Westerbouwing, de Airborne begraafplaats, het oude kerkje in Oosterbeek en het Elisabeth Gasthuis.

‘Vooraf hadden we een routeboek gekregen’, vertelt Vincent. ‘Hierin stond veel informatie over de route en de bezienswaardigheden. Dit gaf voor mij echt een meerwaarde aan de trailrun. Op het moment dat je dan daadwerkelijk langs die plekken rent, komt de militaire operatie van toen ook echt tot leven.’

Aangrijpend
‘Eigenlijk was ik tot de Airborne begraafplaats vooral bezig met de trail. Gewoon lekker lopen. Natuurlijk gaat het bij een trail niet direct om een snelle tijd – tijdens dit evenement wordt sowieso niet je tijd geklokt – maar het competitieve zit er bij mij altijd wel in. Daarom vond ik het zelf wel opmerkelijk dat ik bij de begraafplaats mijn horloge heb stilgezet en even rustig ben gaan rondkijken. Toen veranderde het evenement voor mij eigenlijk van een trailrun in een herdenking. De graven van al die jonge jongens, sommigen niet ouder dan zeventien jaar, vond ik erg aangrijpend. Zelf ben ik 45 en toen dacht ik wel bij mezelf “potverdorie, er ligt hier bijna niemand die zo oud is geworden als ik.” De begraafplaats was dan ook voor mij dan ook de juiste plek om het herdenkingskruisje achter te laten dat we hadden meegekregen.’

 

Verrassend mooie trail
“Omdat ik zelf woonachtig ben in Nijmegen was het gebied waar de trail doorheen liep niet geheel onbekend. Toch werd ik nog verschillende keren verrast. De vierhonderd hoogtemeters op de 28 kilometer vond ik door de routebouwers mooi bij elkaar gesprokkeld. Vooral richting de Rijn wordt je verschillende keren de uitdagende stuwwallen op en af gestuurd. En voor mij is een trail pas een trail als je door het water moet. Ook daarin werd ik niet teleurgesteld. Bij een beekje hield ik aanvankelijk nog droge voeten omdat ik erover heen kon springen, maar toen we de uiterwaarden in liepen, werd het alsnog een grote blubberpartij omdat het in de dagen ervoor stevig had geregend. De plassen stonden over de volle breedte van de het pad en dat maakte deze trail voor mij ook een leuke fysieke uitdaging.

Bijzonder evenement
De finish is bij de John Frost brug in Arnhem. ‘Elke dag passeer ik deze brug als ik heen en weer naar mijn werk reis. Toch was het dit keer anders dan anders. Ik moest nu toch even denken aan al die militairen die voor deze brug hun leven gaven. Daarom vond ik de Bridge to Bridge Trail zo’n bijzonder evenement. Doordat het een trailrun is ben je enerzijds fysiek bezig en ervaar je min of meer wat de militairen destijds hebben meegemaakt en anderzijds is het een soort nieuwe manier van herdenken.’


Bekijk ook de video van de Bridge to Bridge Trail. De inschrijving voor de 2018 editie opent in december 2017. 

Startnummers IJmuiden Kust Trail


NS Brabantse Vennen Trail

$
0
0

NS Brabantse Vennen Trail: 14,5 of 21 kilometer 
​Route ontwerp en foto's: Han SavelKoel 

Kenmerken
De Brabantse Vennen Trail is vooral een natuur-trail. Als je de straten van Tilburg hebt achtergelaten, voert de route door agrarisch landschap, jonge bossen, over heidevelden, stuifduinen en langs meanderende beken. Je doorkruist de natuurgebieden Oisterwijkse Bossen en Vennen en Kampina, beide beheerd door Natuurmonumenten. Het parcours is grotendeels vlak met hier en daar een heuveltje. Je vindt er reeën en konijnen, boomklevers en boomvalken en de vennen bieden ruimte aan vele soorten watervogels waaronder de zeldzame porseleinhoen en de watersnip. En zelfs de bever en de boommarter zijn in het gebied gesignaleerd.

Instructies
De Brabantse Vennen Trail loop je met gps. Download de gpx track en zet deze op je gps-apparaat. Enige ervaring met het lopen op een gps-track is aan te bevelen. De routebeschrijving is ondersteunend bij het volgen van de gps-track.

Zorg voor voldoende batterijen om 2 tot 2,5 uur met je gps-apparaat te kunnen lopen. Bij een gps-horloge kan een extern batterypack een uitkomst bieden. Een handheld gps met kaartfunctie is iets gemakkelijker om mee te navigeren. Deze hebben meestal verwisselbare batterijen. Neem voldoende water en eten mee. Klok je tijd door bij het begin en eind een selfie te maken bij een stationsklok en deel je sportieve prestatie via social media.

Route in het kort
Vanuit Tilburg volg je een min-of meer rechte lijn naar het oosten. Vanaf het station loop je een paar kilometer door de straten van Tilburg. Je loopt onder knooppunt De Baars door en komt in agrarisch landschap dat langzaam over gaat in het bos en ven gebied onder Oisterwijk. Halverwege kan je kiezen voor de korte variant van 14,5 kilometer. Als je voor de volle lengte kiest loop je door richting het heide- en vennenlandschap van de Kampina. Je rond de route af langs de meanderende oever van de Kleine Aa.

Route in detail
Je verlaat station Tilburg via de hoofdingang en slaat linksaf in oostelijke richting. Steek de Spoorlaan over en ga na ca 150 meter rechtsaf de Willem II Straat in. Deze volg je tot aan de Heuvelstraat waar je even links en direct rechts de steeg in loopt. Je komt aan de achterkant van winkels op de Hendrikhof. Deze volg je tot aan het Piusplein. Ga rechtdoor en steek de Heuvelring over. Je komt in de Jan Aartestraat. Deze loop je uit tot je op de Lanciersstraat komt.


1. Vanaf de Jan Aartestraat kan je de monumentale BEKA schoorsteen zien staan. De schoorsteen is een overblijfsel van een van de grootste textielfabrieken die Tilburg rijk was. De fabriek werd in 1853 opgericht door het echtpaar Van Den Bergh Krabbendam. De schoorsteen die bij het ketelhuis hoorde stamt uit 1904. In 2016 is de schoorsteen gerestaureerd

Op de Lanciersstraat ga je rechtsaf. Aan het eind van de straat kom je bij de Piushaven. Daar ga je links langs het water. Steek het water over bij de Hoevenseweg en ga na de brug weer links zodat je het water blijft volgen. Onder de Ringbaan Oost door kom je op een gravelpad langs het water. Deze buigt aan het eind naar rechts. Volg het pad langs de wijk in aanbouw tot aan het viaduct. Daar ga je het talud op (50 meter rechts is een trap) naar de Meijerijbaan. Je gaat linksaf de stad uit. Je volgt dit fietspad ruim een kilometer tot onder knooppunt De Baars door. Over het vee- en wildrooster ga je links het zandpad Koebrugseweg in. Even verder is een Y-splitsing waar je het rechter zandpad aan houdt.


2. Koebrugseweg. Net buiten Tilburg loop je door het agrarische landschap

Steek de Baksevenweg over en neemt het zandpad schuin rechts. Even verder ga je op de Y-splitsing links. Door de bomen heen zie je rechts het Galgeven liggen. Je steekt een fietspad over en volgt het pad rechtdoor. Links kan je het Schaapsven door de bomen zien liggen. Even verder neem je het eerste pad rechts. Je kruist een bospad en loopt door tot het einde van het pad waar je linksaf gaat. Je komt op een vijfsprong waar je het tweede pad links neemt. Je gaat een heuveltje op en weer af. Onderaan ga je rechtsaf het pad met de blauwe paaltjes op. Op de volgende kruising ga je rechts. Je loopt door tot aan een beek. Daar ga je links. Bij de Mariakapel steek je rechts de Moergestelseweg over.


3. In Noord-Brabant is Mariadevotie een cultuurhistorisch gegeven. Je vindt er veel kapellen opgedragen aan de Heilige Maagd.  De mariakapel aan de Moergestelseweg werd in 1939 opgericht door
Carol Schade, bewoner van de villa De Hooge Braaken, omdat hij een auto-ongeluk had overleefd. De kapel maakt onderdeel uit van de toegangspoort van landgoed De Hooge Braaken. Elk jaar wordt op 15 augustus (Maria Ten Hemelopening) een heilige mis bij de kapel opgedragen.

Aan de overkant ga je het Stokereind in en neem je het eerste pad links. Bij de Y-splitsing neem je het linker pad. Volg dit tot je een beek kruist. Kort daarna ga je links en even verder als je tegen eigen terrein aan loopt weer links het pad tussen de weilanden door. Je kruist een fietspad en gaat rechtdoor. Bij de volgende kruising met een stalen toegangshek links ga je weer rechtdoor. Aan het eind van dit pad ga je links. Bij een flinke houten bank neem je het gravelpad rechts. Dit pad blijf je volgen. Bij de Y-splitsing volg je het pad links. Links van je ligt bezoekerscentrum Oisterwijk van Natuurmonumenten.


4. Bezoekerscentrum Natuurmonumenten en bosterras Groot Speijck.

Je steekt de Van Tienhovenlaan over en passeert het ven Brouwkuip. Bij knooppunt 40 houd je schuin links richting 41 aan. Je steekt even verder de Bosweg over en loopt tegen het Voorste Goorven aan. Ga links en volg de oever van het ven. Bij boomstambank met de namen Emmy en Merel ga je links.

______________________________________________________________________________
Korte afstand:
Vanaf boomstambank Emmy en Merel ga je rechtdoor. Je passeert een puntje van het Witven. De eerste splitsing daarna ga je rechts. Bij het Van Esschenven, bij knooppunt 68 ga je richting 69. Je volgt de oever van het ven rechtsom. Je neemt het eerste pad links. Kort daarna steek je de Heisteeg over en komt uit bij een parkeerplaats. Je volgt het geasfalteerde fietspad. Aan het eind van het fietspad ga je rechts. Het pad maakt een bocht naar links. Je passeert de Achterste Stroom, volgt het pad naar links en weer naar rechts. Je loopt door naar de Wolvensteeg en gaat daar linksaf. De tweede weg rechts, de Van Rijckevorsellaan, ga je in. Op de Scheepersdijk ga je rechts en direct links de Burgemeester van Beckhovenstraat in. Aan het eind sla je linksaf. Op de rotonde rechts de Burgemeester Verwielstraat in. Deze gaat over in de Stationstraat waar je aan het eind Station Oisterwijk vindt.

______________________________________________________________________________


5. Het Voorste Goorven is een van de mooiste vennen langs de route. De vennen langs de route zijn ondiepe, door de wind uitgesleten meren. In de Kampina is het zand uit de Vennen opgehoopt als landduinen achter de Huisvennen.

Vervolg lange route
Na boomstambank Emmy en Merel ga je rechtsaf een houten bruggetje over. Bij een T-splitsing ga je links. Je passeert een houten hek en gaat linksaf. Neem het tweede of derde pad rechts en steek de Gemullehoekenweg over. Je komt op een parkeerplaats en volgt het pad met eenrichtingsbord rechtdoor.

Als het pad naar links buigt, ga je rechtdoor. Bij het Klein Aderven neem je het meest linkse pad en even verder het pad schuin links dat langs het Groot Aderven voert. Voorbij het ven kom je aan een klinkerweg, de Scheibaan. Daar ga je rechts en direct daarna links de geasfalteerde Duinenweg langs restaurant/bowling. Aan het eind kruis je de Burgemeester Den Oeverweg en duikt via een smal pad het bos in. Een paar meter verder ga je links. Bij de y-splitsing rechts en bij het volgende kruisinkje neem je een paadje rechts. Je loopt tegen een beek aan, de Rosep. Die volg je linksaf. Waar de beek onder het fietspad door gaat ga je rechts. Bij knooppunt 1 volg je richting 19.

Je kruist een fietspad en gaat rechtdoor. Even verder ga je linksaf een stalen klaphek door. Bij knooppunt 19 ga je rechtdoor en even verder bij de grote vliegden ga je links de hei op. Volg het pad tot aan een T-splitsing waar je links gaat. Dit pad volg je ongeveer een kilometer tussen de vennen door tot je bij de duinen van Kampina aan komt. Je volgt de oever van het Kogelvangersven en neemt bij de splitsing het pad links. Bij een gravel verhard pad houd je links aan. Bij een splitsing van paden blijf je het gravelpad volgen. Je komt bij een T-splitsing waar je linksaf gaat richting de parkeerplaats. Voor de houten slagboom links door een stalen klaphek. Je passeert een oorlogsmonument en komt op de parkeerplaats waar je rechts gaat richting asfaltweg. Die volg je rechtsaf. 100 meter verder kom je bij knooppunt 12, bij een paar huizen. Hier ga je links de Voorstraat op. Deze buigt even verder naar rechts.


6. Langs de oever van de sterk kronkelende Kleine Aa.

Bij een beek, de Kleine Aa, ga je rechtsaf het stalen klaphek door. Je volgt de oever van de beek in oostelijke richting. Je komt langs een karakteristieke omgevallen dode boom. Even verder zie je rechts een stalen klaphek. Blijf binnen het hek en volg het pad tot aan een asfaltweg, de Kempseweg. Hier ga je door het stalen klaphek, steekt de weg over en gaat opnieuw door het stalen klaphek. Je volgt de beekoever nog zo’n 300 meter tot je aan het einde van het pad opnieuw een stalen klaphek door gaat en linksaf de onverharde weg op gaat. Je kruist een­­ zandweg en gaat rechtdoor. Je komt op het industrieterrein van boxtel. Aan het eind van de onverharde weg passeer je een rood-witte slagboom. Je gaat linksaf de Mijlstraat op en neemt de eerstvolgende weg rechts, de Industrieweg. Een stukje verder neem je de Kruisbroeksestraat­­ linksaf. Deze weg loop je uit tot aan het station.

Print de kaart van de NS Brabantse Vennen Trail 

Download het GPX bestand van de 21 km route Brabantse Vennen Trail 

Download het GPX bestand van de 14km route Brabantse Vennen Trail (alleen de afsteek)


Bronnen:

Rijksmonumenten 

Mariakapellen 

Regionaal archief Tilburg 

Natuurmonumenten 

Race Report IJmuiden Kust Trail

$
0
0

Mede dankzij de samenwerking met Natuurmonumenten breidt het aantal trails dat georganiseerd wordt door MudSweatTrails (MST) zich verder uit. Begin oktober was de première van de IJmuiden Kust Trail. We blikken terug met twee deelnemers en de parcoursbouwer.

Henk Korteschiel uit het Overijsselse Steenwijk is trouw deelnemer aan de trails van MST. ‘Ik loop ze allemaal’, zegt Henk. ‘Nederland vind ik een erg mooi land voor trailrunning. Veel mensen beseffen dat niet, heb ik soms het idee. Voor zo’n klein landje heeft Nederland een enorme diversiteit aan landschappen. Daarom vind ik het zo leuk dat er steeds meer trails bij komen, en die van MST zijn altijd goed georganiseerd door een leuke groep vrijwilligers.’

Drie jaar voorbereiding
Voordat het startschot van een nieuwe trail kan klinken, gaat echter vaak jaren aan voorbereiding vooraf. Ron van Kooten die aan de basis stond van het opzetten van de IJmuiden Kust Trail kan dit beamen. ‘Ik kom zelf uit Velserbroek en het was mijn droom om in mijn achtertuin een trail voor MST uit te zetten. Uiteindelijk heeft het meer dan drie jaar geduurd om dat te kunnen realiseren. Eerst moet je de betrokken partijen, Natuurmonumenten en de gemeente, met je mee zien te krijgen. Daar gaat heel wat uren vergaderen aan vooraf. Na een jaar kregen we groen licht en kon ik beginnen met het in kaart brengen van de routes voor de twee verschillende afstanden, 21 en 39 kilometer. Ik denk dat ik in totaal wel drieduizend kilometer heb afgelegd om de perfecte trail te creëren. Telkens moest de route weer aangepast worden. Bijvoorbeeld omdat er door een boswachter op een bepaalde plek een bijzonder plantje was gevonden waar we dan geen toestemming meer kregen om te lopen. Of dat er een onduidelijke kruising in zat. Mensen uit de omgeving die zelf vaak in het gebied van de IJmuiden Kust Trail trainen, vertelden me na afloop van de race dat er een heleboel paadjes in het parcours zaten die zij nog nooit hadden ontdekt. Als routebouwer kun je natuurlijk geen groter compliment krijgen’.

Pikkedonkere bunker
Ook Henk was verrast door de route. ‘Ik loop elk jaar de Duinentrail in Schoorl die natuurlijk ook door duin- en kustgebied voert. Maar deze trail was toch duidelijk anders. Het is heel apart om in de verte de haven en de hoogovens te zien terwijl je zelf door de natuur loopt. Je hoort en ruikt niks van de bedrijvigheid verderop. Dat vond ik een mooi contrast.’

Anouk Claessens, deelneemster aan de 21 kilometer en die zelf notabene aan de kust bij Noordwijk woont, vond het een van de leukste trails die ze tot nu toe heeft gelopen. ‘Er zat een prachtig lang stuk in met singletracks; alsmaar draaien en keren op smalle paadjes. Heerlijk om overheen te racen! Op het einde kregen we nog een pittig stuk door de zandduinen en heel bijzonder was dat we door een bunker heen moesten.’

‘Ja, dat stukje dat je “ondergronds” ging was indrukwekkend’ vond ook Henk. ‘Een leuk survival-elementje omdat het er pikkedonker was, je voorzichtig en gebukt moest lopen en er weer op handen en voeten uit moest klimmen.’

Routebouwer Ron had de bunker heel bewust in het parcours opgenomen. ‘De bunker moest zorgen voor een wow-effect. En dat is gelukt. Na afloop zijn er bizar veel foto’s van het stukje door de bunker het internet over gegaan. Twee dagen voor de race heb ik nog samen met mijn zoontje de bunker helemaal schoongemaakt zodat je je niet kon verstappen of verwonden. En op het laatste moment hebben we nog een paar extra lampjes opgehangen omdat je anders echt niks zag.’

Sfeer en gezelligheid
De start en finish waren op het evenmententerrein van Paviljoen Nova Zembla in IJmuiden. ‘Het vinden van de juiste locatie had nog een hoop voeten in de aarde’, zegt Ron. ‘Je moet altijd rekening houden met een slechtweerscenario. Want wat gebeurt er als het gaat stormen? Alle tenten moeten daarop aangepast zijn. Kort voor het evenement moesten we halsoverkop op zoek naar een nieuwe locatie omdat de strandtent waarmee we al maanden in gesprek waren geen groen licht kreeg als start-finish locatie. Uiteindelijk vonden we deze supermooie buitensportlocatie die natuurlijk helemaal past bij de sfeer die we bij de trails van MST willen uitstralen. Voor Henk is die sfeer en gezelligheid een belangrijke reden om deel te nemen aan de evenementen van MST. Anouk sluit zich hier helemaal bij aan: ‘Nog maar twee jaar geleden ben ik voor het eerst gaan trailrunnen. Daarvoor liep ik altijd op de weg en de baan. Bij die wedstrijden is de sfeer veel minder ontspannen. Bij een trailrun kan ik veel meer genieten en ben ik veel minder met het resultaat bezig.’ Desalniettemin werd Anouk eerste dame op de 21 kilometer. ‘Ik wil wel goed lopen hoor en daar doe ik ook echt mijn best voor, maar ik ervaar gewoon niet zo veel druk. Lopen in de natuur vind ik gewoon erg fijn.’

 

‘Dat is typisch voor trailrunners’, zegt Ron. Het zijn mensen met respect voor de natuur. Er hebben 500 mensen over het parcours gelopen en bij het opruimen van de markeringen hebben we geen enkel afvalpapiertje gevonden!

Dikke vette grijns
Henk nam deel aan de 39 kilometer: ‘Hoe langer ik loop, hoe meer plezier ik heb. Het begint mij eigenlijk nooit te vervelen. Ik heb deze trail ook wat harder gelopen. Soms beschouw ik een race als duurtraining en loop ik rustig met anderen. Maar ik was er nu vijf maanden tussenuit geweest vanwege een blessure en had wel zin om te racen.’ En niet zonder succes, Henk kwam als derde binnen. ‘Ja, ik had goede benen. Met mijn 53 jaar ben ik niet ontevreden. Leuk dat ik de jongkies nog een beetje voor kan blijven.’

Terwijl Anouk en Henk aan het lopen waren, reed Ron op zijn mountainbike als vliegende keep over het parcours om alles in de gaten te kunnen houden en direct te kunnen schakelen voor het geval er wat mis mocht gaan. Ook stond er een leger van achttien EHBO-ers in het veld en was de reddingsbrigade met quads aanwezig voor het geval dat er iemand met een gebroken been van het parcours gehaald zou moeten worden.

Ondanks dat Ron niet aan zijn eigen race heeft kunnen deelnemen, kijkt hij zeer tevreden terug op het evenement. ‘Ondanks de tegenslagen waarmee je tijdens het organiseren van een trail mee te maken krijgt, heb ik de hele dag rondgelopen met een dikke vette grijns op mijn gezicht!’


 


Klik door voor het fotoalbum van de IJmuiden Kust Trail

Klik door naar de resultaten van de IJmuiden Kust Trail 2017

Out of control, race report Els 2900

$
0
0

Els 2900 (‘De 2900-ers’) is een bijzondere team race die de zeven bergtoppen van 2900 meter van Andorra verbindt. Anne Kirschenmann vraagt me zes dagen voor de start om in te vallen voor haar geblesseerde partner. Geen tijd, is mijn eerste reactie. Maar het project prikkelt. Kan ik suboptimaal voorbereid de 7000 hoogtemeters afleggen binnen 24 uur? Deelname betekent dat ik al mijn materiaal voor in de bergen bij elkaar moet lenen. ‘Het is krap, maar het moet kunnen’ besluit ik. Het doet maximaal één etmaal pijn.

Ik sta op scherp als ik de avond voor de race na een enerverende week aankom in Ordino, Andorra. Het was kort dag om alles te regelen voor deelname aan het Els 2900. Tickets, materiaal verzamelen, timing, de reis naar het berglandje via Barcelona. In Ordino ontmoet ik Anne en Thomas Dunkerbeck, die er al een paar dagen zijn. Thomas vormt een team met Bjorn Overduijn.

De opdracht van de race is overzichtelijk: beklim binnen 24 uur de zeven hoogste toppen van het landje. Er is geen vaststaand parcours. Boeiend detail is dat dé meest logische verbinding tussen de zeven toppen, verspreid over het land, niet bestaat. De voorgaande twee jaren was er een uitgepijld parcours van ongeveer 70 km. Maar dit jaar staat het lopers vrij om een andere weg te kiezen. Thomas en Anne hebben in eerdere verkenningstochten goed voorwerk verricht, op zoek naar alternatieven. Op basis van dat voorwerk besluiten Anne en ik om te gaan navigeren op gps en kaart. We zullen tijdens de wedstrijd een keuze maken uit enkele opties, afhankelijk van hoe we ervoor staan. Jammer alleen dat ik de route-opties niet in mijn gps apparaat weet te laden. Het terrein in Andorra is uitdagend. Er staan veel hoogtemeters op het programma, vooral buiten de paden.

Het is krap, maar het kan. Anne heeft de gpx files wel op haar gps apparaat staan en heeft ook nog een gps horloge. ‘We zien wel’, concluderen we. We hebben geen andere keuze.

De start vindt plaats in een berghut net over de Spaanse grens, in de nacht van vrijdag op zaterdag. Voor de start eten we gezamenlijk met alle deelnemende teams. Daarna probeert iedereen op zijn eigen manier wat rust te nemen. De sfeer is intens, er zijn 34 lopers verdeeld over zeventien teams. Carles en Matt, de organisatoren van de race, zijn bijzonder sympathiek. Het format van de race is uniek. De selectie van de deelnemers is streng. Zonder aantoonbare alpiene ervaring heb je hier niets te zoeken.

Bij de start om 12 uur in de nacht onder een volle maan schieten zestien teams voor ons uit de nacht in, de berggraat op die de grens vormt tussen Spanje en Andorra. Het maanlicht is magistraal, het maanbeschenen landschap emotioneert me. De hemel is wolkeloos, het weer is perfect. Ver voor ons zien we de lichtbundels naar de graat dansen. Anne en ik vormen het langzaamste team, weten we. Van snelheid moeten we het niet hebben, willen we finishen. We moeten slim handelen op plekken waar we iets te kiezen hebben. Onze enige ruimte zit in de keuzevrijheid van het parcours en de voorkennis van Anne.

We overleven de eerste 16 uur tot een steunpunt bij de skiliften van Arcalis. Vier toppen gedaan, drie te gaan. We zitten krap in de tijd. Na een snelle pasta en een glas water verlaten we Arcalis één minuut voor de cut off time. In theorie kunnen we de race nog uitlopen. Tot nu toe heeft het slimme voorwerk van Anne en Thomas ons behoed voor uitvallen wegens tijdsoverschrijdingen op twee eerdere controlepunten. We gaan er een beetje vanuit dat we de 24 uur tijdslimiet vanaf Arcalis zelfstandig wel kunnen oprekken naar 30 uur. Finish that job! Dat is belangrijker dan die limiet. We eten wat en nemen de verplichte helm en klimgordel mee voor de laatste 20 km. De helm beschermt de schedel tegen de impact van vallende stenen. De klimgordel is wel zo praktisch in het geval van een helikopter redding. Dit is Els 2900. Ruig terrein, zelfs voor lokale begrippen rauw.

In klimtermen zou het laatste stuk van Els 2900 de ‘sleutelpassage’ heten. Het moeilijkste stuk. Drie 2900 meter toppen relatief dicht bij elkaar, maar moeilijk aan te vliegen en met veel klauterwerk. Vanaf Arcalis lopen we naar een colletje op 2700 m (Bretxa d’Arcalis, voor liefhebbers). Vanaf daar liep de race vorige jaren ‘linksom’ via een pad met veel klim en daalmeters naar het controlepunt (CP)(Collada dels Estanys Forcats) vanaf waar de klauterpartij naar de drie resterende toppen kan beginnen. Anne en Thomas hebben enkele dagen geleden vanaf de Bretxa een andere optie verkend naar het CP met veel minder hoogtemeters, via een hoge rotsgraat op de grens met Frankrijk (Port de l’Angonella  via Pic de Pla de l’Estany tot voorbij de Pic de Racofred). Die optie zint mij niet, we hebben nog maar een uur of twee daglicht en we zijn moe. Mijn gevoel zegt me dat die graat prima is overdag, maar niet in het donker. Een andere theoretische optie is afdalen naar Frankrijk in om via de Franse kant de Pic de Medacorba, de eerste van de drie finale toppen te bereiken. Die Frankrijk variant zint ons nog minder. Anne ziet de graat wel zitten en denkt dat ons voldoende daglicht rest. We besluiten daarom tegen mijn gevoel in om toch voor de graat optie. Je moet in de ultra loperij niet altijd toegeven aan je gevoel.

In het begin komen we snel vooruit op de rotsgraat. Het eerste deel van de graat is een met verfstrepen aangegeven track. Hier en daar is er zelfs een vaag pad. Verderop wordt het wat minder overzichtelijk. Anne gidst ons soepel tussen wat blokken en makkelijk klauterwerk door. Ik houd de tijd goed in de gaten. We hebben nog een half uur licht. Ik ben moe. Bij het omzeilen van een compacte ontoegankelijke monoliet staan we opeens boven een rotswandje van een meter of dertig. Anne oppert om door het wandje af te klimmen, maar het lijkt mij wijzer om voor een iets overzichtelijkere passage een stuk lager te kiezen. Anne stemt in.

Ik speel wat meer op safe dan Anne, merk ik. Haar eerste keuzes zijn anders dan de mijne. Waar Anne kiest voor de meest directe weg ga ik voor de meest veilige (in mijn beleving). Voor Anne zijn beide mogelijkheden veilig. Voor mij is het een kwestie van kiezen tussen  lijfsbehoud of avontuur. Mij zint dit geëxponeerde terrein met steile rotspassages van deplorabele kwaliteit niet. Niet met touw, en al helemaal niet zonder. Anne is daar niet zo mee bezig. We komen snel vooruit op de graat. En dat telt, want tijd kunnen we wel gebruiken.

Weer terug op de graat weet Anne niet meer zo goed waar we zijn. We dalen de andere kant de graat af in steil grassig en rotsig terrein. Klauterwerk. Als Anne realiseert dat we fout zitten klimmen we weer naar boven. Ik baal. We doen maar wat. Er is geen plan. Ik heb geen plan, Anne’s plan hapert. Het schemert flink. De tijd tikt. ‘Zolang Mig blijft praten is er niks aan de hand’, zou Gideon zeggen. Ik zwijg. Ik onderdruk een opkomend paniekje, ik weet dat niemand daar iets aan heeft op dit moment. Anne blijft rustig. Uiterlijk blijf ik ook rustig. Denk ik. Maar het voelt niet pluis. We klimmen door, zoekend. Anne zegt iets over de track op haar Suunto en laat me het schermpje zien. De marge staat op 100 m nauwkeurigheid. ‘Kun je niet inzoomen?’ Vraag ik verbaasd. Ik zou mijn eigen handheld gps in dit terrein enkele stappen nauwkeuriger zetten. ‘Dat gaat niet met die horloges’, zegt Anne en ze klimt door. Het is inmiddels helemaal donker als we op een plek komen die Anne meent te herkennen.

Ik voel me onprettig. In dit terrein vind ik het eng om blind te moeten varen op Anne. Ik heb geen gps en Anne maakt af en toe keuzes die de mijne niet zijn. Out of control. Het kost me erg veel energie om overeind te blijven.

Vanaf de plek die Anne herkent is de afdaling naar de col met het CP waarnaar we op weg zijn geen probleem meer. De paniekmodus in mijn brein kan uit.

Bij het CP overleggen we met de daar aanwezige mensen van de organisatie wat we moeten doen. Zelf weet ik het niet helemaal. We hebben de tijd niet meer om de drie overgebleven topjes te doen. Maar die limiet wilden we eigenlijk toch al eenzijdig oprekken. Belangrijker is dat ik er weinig voor voel om opnieuw op Anne te moeten blindvaren in duister klauterterrein. Ik baal ervan dat ik mijn teammaat niet helemaal vertrouw in deze. Ik wil mijn eigen beslissingen nemen. Het ligt vooral aan mijn manco aan vertrouwen in mensen, ik weet het.

De CP-vrijwilligers geven in woord en gebaar aan dat het eigenlijk wel klaar is zo. Wij en twee andere teams die nog op weg zijn naar dit punt gaan het niet meer halen binnen de 24 uur. Het is koud en donker. De beslissing neemt zichzelf, onze race is voorbij.

De race is dan wel voorbij, maar we staan nog op een onmogelijk punt. Om bij de hut te komen waar de finish ligt, en waar we kunnen overnachten, moeten we nog één van de drie nog resterende toppen over, de Roca Entravessada. Geen Pic maar een Roca, geen top maar een flinke rotspartij. We klimmen achter een paar Fransen naar boven over eenvoudig klimterrein in redelijk vaste rots. Het klimt lekker, maar een team dat achter ons naar boven komt moet terugkeren omdat ze de route in het donker niet meer vinden. Tricky mountain. De bergnacht eist zijn tol.

Het bereiken van de hut verloopt via een rommelig proces. Boven op de Entravessada is niet meer duidelijk hoe we beneden moeten komen. Gelukkig merkt Jordi, de berggids die de organisatie ondersteunt, dat we in de problemen raken. Hij klimt naar boven en uiteindelijk komen we onder zijn begeleiding op een plek vanaf waar we in anderhalf uur gezamenlijk met de laatste restanten vrijwilligers en lopers naar de hut lopen.

Als ik om kwart over twaalf in de hut aankom ben ik leeg. Els 2900 heeft gewonnen. Er werd me eens te meer duidelijk dat vertrouwen op anderen het leven eenvoudiger maakt. Een wijze les. Anne kijkt me vrolijk aan. Was er wat? Ach ja.

Van de zeventien teams finishen er zeven. Thomas breekt zijn pols halverwege de race maar weet Els 2900 samen met Bjorn uit te lopen. Een fantastische prestatie. Het zal de energie zijn die ze kregen van de ontmoeting met Killian Jornet in het eerste deel van deze bijzondere wedstrijd. Dit is zijn terrein…


Foto's: Jordi Saragossa

Voorbeschouwing: La Grand Raid Réunion

$
0
0

Oktober, herfst, de eerste sneeuw in de Alpen, het seizoen loopt ten einde. Toch staat er binnenkort nog één race op de planning die al jaren onze aandacht heeft. La Grand Raid Réunion op het gelijknamige eiland Réunion.

Het Franse overzeese departement Réunion ligt ten oosten van Afrika, ten oosten van Madagaskar en heeft een omtrek van 207 km. Hoogste punt van het eiland is de Piton des Neiges (3.069 meter) en het eiland heeft 830.000 bewoners.

Op donderdagavond 19 oktober om 22.00 lokale tijd (20.00 Nederlandse tijd) zal in het aan de zuidkust gelegen Saint Pierre het startschot klinken van alweer de 25e editie van La Diagonale des Fous (doorsteek van de gekken). Er zullen dan 2.700 lopers vertrekken aan hun tocht van 165 kilometer en 9.500 D+ dwars door het eiland naar het aan de noordkust gelegen Saint Denis.

Een weergaloos parcours ligt voor hen uitgestrekt. Zeer divers met regenwouden, bossen, ijzig koude vulkanen en de zogenaamde cirques (keteldalen) die doen herinneren aan uitgebarsten vulkanen.

Bijzonder van deze editie is dat er maar liefst 4 Nederlanders (Arjan van Binsbergen, Anne Kirschenmann, Jan Struycken en Nico Ursem) aan het vertrek staan. Zij zullen tussen hoofdzakelijk bewoners van het eiland (1.300) en Fransen (1.100) deze tocht gaan proberen te volmaken. Ook aan de start zo’n 16 Belgen. Extra moeilijkheidsgraad is dat het gebruik van stokken niet is toegestaan in La Diagonale!

Jan Struycken heeft de afgelopen week al gewandeld over het in zijn ogen ‘moeilijkste deel van het parcours, Cirque de Mafate. Een combi van jungle, Pyreneeën, Costa Rica en Madagascar. Heel veel zeer technische kilometers met oneindig veel trappen, natuurlijk en kunstmatig al dan niet begroeid met mos. Vaak gaat omlaag langzamer als omhoog. Onwerkelijk mooi landschap!’, aldus Jan.

La Grand Raid Réunion – La Diagonale des Fous maakt onderdeel uit van de Ultra Trail World Tour die op dit moment geleid wordt door Francois d’Haene (start niet op Réunion, maar is in de VS voor een recordpoging op de 359 kilometer lange John Muir Trail) en Nuria Picas-Albets (start ook niet op Réunion maar loopt de Grand Trail des Templiers). De UTMB-winnaars van dit jaar dus!

D’Haene is ook de winnaar van La Diagonale 2016 bij de dames ging de titel toen naar de Zwitserse Andrea Huser. Het goede nieuws is dat Huser wel start op Réunion!

Verder staat er een zeer sterk deelnemersveld in Réunion. Waar normaliter de spoeling aan toplopers (en zeker aan toploopsters!) vrij dun is zien we nu een line-up om ‘u’ tegen te zeggen!

Wat te denken van Jim Walmsley (5e UTMB 2017), Ludovic Pommeret (winnaar UTMB 2016 en als eens 2e op Réunion in 2014), Xavier Thevenard (tweevoudig winnaar UTMB en dit jaar 4e), Antoine Guillon (winaar 2015, 2e 2016 en dit jaar 3e TDS en winnaar Ronda del Cims), maar ook bijvoorbeeld Julien Chorier, Miguel Angel Heras en de gebroeders Camus (Silvian en Sebastien).

En bij de dames zoals gezegd titelverdedigster Andrea Huser (dit jaar wederom 2e in UTMB), maar ook Emilie Lecomte (winnares 2009 en 2012 en dit jaar winnares van Trail Verbier – St Bernard), Maud Gobert (2e TDS 2017), en de runner-up van vorig jaar Juliette Blanchet.

Met andere woorden; dit jaar is La Diagonale meer dan ooit een race om in de gaten te houden. En dat gaan wij dan ook voor jullie doen op vrijdag 20 en zaterdag 21 oktober.

Updates zullen we doen via onze Facebook pagina

Lochemtrail ter voorbereiding op Haria Extreme

$
0
0

In voorbereiding naar de Haria Extreme had mijn trainer een 42 km LSD (Long Slow Distance) op mijn programma gezet. Nadat ik afgelopen week een paar dagen in België was geweest kwam de Lochem trail voorbij. Als ik dan toch de kilometers moet maken, dan maar eens bij een andere organisatie kijken! 

Parkeerplekken voldoende in Barchem en ik kom de eerste bekende al tegen. Bij het ophalen van het start nummer vraag ik hoeveel deelnemers er zijn op de 42 km afstand. In totaal 24 deelnemers. Waarom steekt een organisatie zoveel werk voor 24 deelnemers vraag ik mij af. Ik zou niet verder gaan dan een 32 km afstand om wat meer lopers aan te trekken. 

Daar staan we dan met een handje vol deelnemers aan de start. Een dame is blij dat deze 42 wel door gaat. Ja idd AV 34 uit Apeldoorn liet de een dag ervoor de Loenentrail helemaal verstek gaan zonder mededeling op FB of hun website. Uiteindelijk gingen we met zo'n 20 deelnemers van start. Voor mij moest het een training zijn dus wilde ik het niet te gek maken.

Toch liep ik harder dan ik eigenlijk in mijn hoofd had… elke keer weer “Mark het is geen wedstrijd” “Mark doe het rustig aan “ maarja Mark liep zo lekker. Deze trail had een voorfietser dus ik hoefde maar te volgen. Niet helemaal mijn ding. Voorfietsen bij trail is naar mijn idee not done, simpelweg omdat het te veel voordeel oplevert voor de nummer 1. Er werden hekjes voor mij open gehouden en gesloten, daar en daar waar je enigszins verkeerd zou kunnen lopen bleef de voor fietser kort voor mij. Steile klimmetjes werden aangegeven, modder ontweken en zo liep ik over het parcours.

Op ca 21 km kom ik de boswachter nog tegen, stop even om een babbeltje te maken en bedank hem voor het openstellen van zijn natuurgebied. We lopen richting Vorden langs mooie heide velden, single tracks worden afgewisseld met boeren landweggetjes. Is dit 95 % onverhard. Het is in ieder geval mooi en afwisselend. 

Op 22 km vlak bij Vorden staat Marion met wat te eten en drinken. Ik eet natuurlijk zoals gewoonlijk veel te weinig. Marion kom ik vervolgens nog een paar keer tegen op de fiets. Het parcours is voor kijkers / begeleiders goed te volgen op de fiets. Na 33 km beginnen mijn bovenbenen tegen te stribbelen. Dit was niet de bedoeling van mijn training. Mijn horloge zegt 36 km, de motivatie is even weg. Ik buffel nog even door en heb het bij 38 echt gehad. Het tempo is er uit en ik wandel zo nu en dan. Ik scheld in mijzelf en ben boos dat ik zo hard van start ben gegaan. Ik dribbel rustig door naar de finish.  Haha met 3:24 op de teller hadden ze mij nog niet verwacht.  De speaker en de EHBO zijn nog koffie aan het drinken, Marion krijgt een taart in haar handen gedrukt. Ik lig op de grond te schreeuwen omdat de kramp in mijn bovenbeen zit. 

Te diep, te hard, te weinig gegeten, te weinig gedronken... Hoe lang moet ik herstellen door mijn domme fouten? Mijn Suunto zegt 120 uur …. Ik heb vanochtend even herstelloopje gedaan van 10 km. Gelukkig voelt het weer goed. Morgen mijn beetjes laten masseren en dan doortrainen naar mijn avontuur op Lanzarote. 

Aan de organisatie: dank voor de goede zorgen en de appeltaart! Het parcours is erg afwisselend en naar mijn mening goed aangegeven (maar ik had dan ook een vriendelijke MTB-er bij me). Om te verbeteren is het misschien een optie om de finish te verplaatsen naar de plek waar de inschrijvingen zijn. Dit maakt het net wat gezelliger. De langste afstand zou met een inkorting naar 30-35 km vast meer lopers trekken. 

Viewing all 431 articles
Browse latest View live